Over deze blog

Een blog krijgt telkens het recentste bericht bovenaan. Als je dus van het begin af aan wil lezen moet je met het onderste bericht op pagina 1 beginnen. Er staan in deze blog telkens tien berichten per pagina.

donderdag 28 augustus 2014

de Monique Richard-week

De stroomversnelling, waarvan sprake in vorig bericht blijft in de loop van voorbije week aanhouden tot vandaag: donderdag 28 augustus. Vandaag stopt ze abrupt. Ik neem eventjes diep adem, draai de bladzijde om en stap in een volgende fase. Die heet 'back to school'. Ik schets even de chronologie der feiten.
We kunnen zonder schroom stellen dat de voorbije grote vakantie een snertvakantie is geweest: tal van ziekenhuisverblijven, veel meer nachten met dan zonder pijn, een afgelaste reis naar Cambodja ... en dan spreek ik nog niet van het weer! Maar van de andere kant is het evengoed een heel krachtige vakantie, want al deze tegenslagen hebben mij niet klein kunnen krijgen, ik heb met wat hulp van Jolien en Mieke de elektriciteit in de nieuwe woning kunnen aanleggen. Bovendien is de moestuin een plezier om aan te zien, alleen de laatste anderhalve week loopt wat in het honderd door het lange ziekenhuisverblijf en de niet aflatende regenval. Ik ben de ganse vakantie -en daarvoor-  blijven verkondigen dat ik op 1 september graag wou herstarten op school. Soms kon ik als reactie enig wenkbrauwgefrons ontwaren, wat niet geheel onterecht is natuurlijk, maar ik heb mezelf kunnen overhalen er te blijven in geloven ondanks de opeenstapeling van problemen.
Intussen zijn Jolien en Steven op zoek naar een appartement in Waregem, is Jolien nog steeds op zoek naar werk en wil Mieke ook graag een job vinden. Om maar te zeggen dat ik in dit huis niet de enige ben met een probleem.
Maar goed: ik had het vorige week donderdag over een pijnbehandeling met de naam plexus-coeliacusblokkade. Ik kon toen niet goed zeggen of die wel geholpen had of niet omdat er extra oorzaken van pijn bijgekomen waren (de octreotidescans, het lange ziekenhuisverblijf zelf zonder mogelijkheid tot bewegen, de maag- en darmkrampen, mogelijks veroorzaakt door de grote doses morfine. Maar vrijdag is het volgens de dokter duidelijk: de ingreep heeft niet het verhoopte resultaat. Het moment na die mededeling kruipt hij plots heel eventjes in de huid van ene Monique Richard uit Neuvy-Pailloux: "Il n'y a pas de problèmes, il n'y a que des solutions!". In dit geval klinkt het zo: "Maar er is nog een andere mogelijkheid: men kan via de mond-slokdarm-maag naar binnen en van daaruit de juiste plaats beter bereiken." Het probleem is wellicht dat de tumor teveel in de weg zit om de alcohol op de goeie plaats te kunnen afleveren. Dokter Vergauwe kan het niet zelf, het is een zelden voorkomende ingreep, maar hij heeft al een afspraak voor me geregeld in het universitair ziekenhuis van Leuven: woensdag 27 augustus om 14u moet ik bij ene professor Van Der Merwe zijn. Ik zal er een nachtje moeten blijven en daarna zou het probleem van de baan zijn.
Tussen het ziekenhuisverblijf en de komende ingreep ligt het Hanssens-weekend in Kwaremont. Mieke en ik pendelen om de nachten thuis te kunnen doorbrengen, maar alles samen wordt het een heel geslaagd weekend. Het lijkt een scharniermoment te zijn, midden een week van gebeurtenissen die de toekomst behoorlijk wat meer kleur geven... Ik wil deze voorbij week zelfs uitroepen tot de Monique Richard-week. Want in het tijdsbestek ervan zijn een heel pak problemen van de baan.Volg maar even mee.
Tijdens het weekend nog gaan Jolien en Steven samen met zijn ouders een appartement bezichtigen in Waregem (daar willen ze hun eerste nestje bouwen). Meteen bingo. Bovendien krijgt Jolien telefoon van een interimkantoor of ze zich wil aanbieden bij Orotex in Oostrozebeke voor een job in een nieuw op te richten labo voor kwaliteitscontrole. Nogmaals bingo: ze heeft de job en mag op 1 september van start. Proficiat Jolien! Daarnaast wisten we al dat er in het Don Boscocollege, waar ik les geef, een aantal uren vrijgekomen zijn op het secretariaat. Gisteren komt het bevrijdende telefoontje dat deze uren niet door reaffectatie opgevuld worden. Mieke heeft ook werk! Proficiat Mieke en dankjewel Tuur! Tenslotte ben ik gisteren na de ingreep direct naar huis mogen komen, een nachtje blijven was onnodig. Ik heb een quasi pijnvrije nacht beleefd (men had voorspeld dat er wat ongemak kon zijn in de maag door de passage van allerhande instrumenten. De ingreep is dus succesvol.
Besluit: op maandag één september gaan we alle drie terug werken, na bijna een jaar noodgedwongen thuis zitten. We geloven erin: alles komt goed!
En -o ja- bijna vergeten: ik kreeg voorbije week een telefoontje van het Davidsfonds. Ik had in het verleden deelgenomen aan een prijskamp en men wist me te vertellen dat ik een reis voor twee naar Malta heb gewonnen.
Een pak Hanssens op een rij (maar bijlange niet allemaal) voor de blote-voeten wandeling bij het teambuildingkamp van neef Jan.

donderdag 21 augustus 2014

Liever everolimus

Dit is dag zes in het ziekenhuis. Het wordt tijd om nog eens iets van mij te laten horen, want de dingen zitten precies in een stroomversnelling. Met de titels van beide vorige berichten in het achterhoofd, zou je kunnen denken dat alles de laatste tijd een beetje draait rond pijn. Eigenlijk is dat ook wel zo, want sinds juni heeft Mieke mij een viertal keren naar 'het spoed' gebracht, telkens omdat ik het niet meer kon houden van de pijn. Vorige zaterdag was het dus niet anders. Ik moet toegeven: de pijn was op dat moment niet zo hevig als de andere keren, maar uit eenvoudige ondervinding weet ik al een beetje of het pijn is die kan wegebben of pijn die alleen maar erger wordt met de uren. Zaterdag dus dat laatste.
Ik reken er al lang niet meer op dat ik terug mee zal kunnen naar huis, maar toch weigert Mieke om al een valieske mee te doen, als was het om het lot niet uit te dagen.
Op de spoedafdeling heeft men algauw door dat ze er niet veel aan zullen kunnen verhelpen, tenzij met een morfinespuit de boel verlammen. Het duurt niet al te lang vooraleer ik in een ambulance zit, die me naar de Kennedylaan brengt. Kamer 1236, dat betekent niet op mijn vertrouwde gang waar ik zo goed als alle verpleegsters, poetspersoneel enz... al ken, maar bij de buren van de gang ernaast. Soit, daar gaan we niet over vallen hé?
In het weekend gebeurt er sowieso niet veel, alleen dat men van de dokter toelating krijgt om mij te verwennen met een infuus waarin extra morfine zit en dat ik op vraag telkens een subcutane injectie (=onderhuids) met morfine kan krijgen. Telkens 10 mg, waarbij de pijn na enkele minuten wegtrekt. Het blijkt al gauw dat ik een beetje verschil van de doorsnee-medemens (of hadden jullie dat al langer door?), in die zin dat de voorraad morfine in de ziekenhuisapotheek nogal aangesproken wordt. In plaats van de 40 mg die ik tot nu toe dagelijks krijg met mijn pillekes, krijg ik op zondag bijvoorbeeld zo'n dikke 200 mg binnen. Ieder mens is anders, maar dit is wel een beetje heel veel volgens de verpleegsters. Enfin, er schijnen geen bezwaren te zijn. Het enige wat nogal vervelend is, is een droge mond. 's Nachts kom ik soms wakker met het gevoel dat ik met zand heb gegorgeld.
Vanaf maandag gaan we dus de strijd aan tegen pijn en gezwel. Ik kan niet alles meer dag na dag, laat staan uur na uur, vertellen, maar dit zijn de hoofdlijnen.
De dokter heeft voor een nieuwe afspraak in de pijnkliniek gezorgd. Daar gaat men voor een derde keer proberen om de plexus-coeliacusblokkade tot een goed einde te brengen (Zie tekening, gevonden op spreekuurthuis.nl). Deze is intussen enkele dagen voorbij en ik weet nog steeds niet wat ik er moet van denken. Er is nog pijn en ik vraag geregeld nog een morfinespuitje, maar ik krijg geen infuus meer met morfine. Bovendien komt veel van de pijn wellicht doordat mijn darmen volledig 'uit hun smete' zijn en aardig wat kramp kunnen veroorzaken.
Anatomische weergave van de
wervelkolom (dwarsdoorsnede)
ter hoogte van de eerste lumbale
wervel met plaatsing van de
injectienaald voor de plexus coeliacus
zenuwblokkade.
Intussen kreeg ik ook een tweetal octreotidescans (werd al vernoemd in het blogbericht van 18 maart 2013). Dat betekent dat de dokter een opening ziet in een somatostatinebehandeling, een kleine opening weliswaar, maar 't zou de zaak serieus vooruit kunnen helpen. Later meer daarover. Feit is dat ik voor die scans -één gisteren en één vandaag- telkens een half uur muisstil en op mijn rug moet liggen op een vrij harde tafel. Je kan je voorstellen dat mijn rug daar heftig tegen protesteerde. Dus ook van die kant komt pijn. Al die pijnen door elkaar ... ik weet het niet meer zo goed. Straks komt de dokter, ik hoop dat hij wat duidelijkheid kan scheppen.
En om de boel nog wat linker te maken: deze avond start ik met een nieuwe chemobehandeling. Hoezo chemobehandeling? Dus toch in de kliniek blijven? Neen, niet in de kliniek blijven, want het is totaal wat anders. Het moeilijke woord van dienst is nu 'everolimus'. Dat vervangt de etoposide en de cisplatine van vroeger, want die worden wat te link voor mij. Everolimus krijg je binnen met een pilletje, dagelijks te nemen en dat is het. Geen haren die uitvallen, geen misselijkheid, maar wellicht wel een paar andere ongemakken, zoals daar zijn ontsteking van de mondslijmvliezen bijvoorbeeld. Enfin, we wachten af en hopen er het beste van te maken!
Nu nog wachten tot morgen en dan een weekendje erop uit met onze ma, alle broeren en hun gezinnen. In Kwaremont: dat wordt bergjes opfietsen. Maar niet voor deze hier: ik pas daarvoor en concentreer me op de keuken, als dat lukt! Smakelijk!

zondag 17 augustus 2014

Pijnvrij?

Heb ik te vroeg victorie gekraaid? Op dit moment heeft het er alle schijn van. Ik verklaar me nader:
Na de voorlopige infiltratie van woensdag was de stemming licht tot matig euforisch, wat uit vorig blogbericht wel duidelijk naar voor komt. Je zou voor minder, nietwaar? Nu goed: zoals voorzien krijg ik de dag erop in de campus Sint-Maarten een tweede infiltratie, dit keer met zuivere alcohol. Ondanks de bereidwillige medewerking van schoonvader Arsène, die voor het goede doel zijn volledige voorraad sterke dranken -inclusief Porto en Ricard- ter beschikking wil stellen, kiest de dokter voor de klare ethanol. Na een tweetal uur kan ik naar huis. Met een gevoel dat er eindelijk een oplossing voor het probleem voorhanden is, maar ook uitgeput van de vele bijna-slapeloze, half-haveloze maar nooit-laveloze nachten, val ik in een mateloos diepe slaap. Ik had geen spiegel bij me, maar de uitdrukking op mijn gezicht moet ongetwijfeld heel erg vredevol geweest zijn.
Om half drie echter word ik wakker. Word ik wakker met pijn. Te veel pijn om terug te kunnen inslapen. Help! Wat is er aan de hand? Ik laat voor de zoveelste keer het bad vollopen (door de warmwater-zonnepanelen die we enkele jaren geleden lieten installeren hebben we al een aardige duit bespaard!). Klassiek scenario dus: een kwakkelnacht met de verwachting van een dito dag. Behalve dat deze een feestdag is met de traditionele Nottebaere-familiereünie. Speciale editie zelfs dit jaar vanwege een pak veranderingen die er in de familie zitten aan te komen...
Het gaat allemaal een beetje aan me voorbij vanwege de pijn die alle pret weet te bederven.
Zaterdagmorgen ben ik een wrak. Ik heb een inzinking gehad tijdens de nacht. Van die aard dat ik me wat schaam tegenover Mieke. Pijn doet dingen met je die je niet wil. En dan komt telkens weer het beeld in me van een man op een berg. Een man die weet dat zijn pijn ondraaglijk zal zijn. Een man die weet dat zijn vrienden hem gaan verlaten om zelf niet meegesleurd te worden in de schande. Een man die, voor één keer, niet alleen de Goddelijke Redder is, maar ook en vooral, een mens die bang is voor de pijn die zal komen. Maar die toch vol overtuiging bidt: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt." Deze man is en blijft mijn grote voorbeeld. Maar hoe kan ik me aan hem spiegelen, als ik zelfs nu al dreig te breken? Ik moet blijven geloven dat alles uiteindelijk goed komt!
Om kwart na acht gaat de bel. Stijn. Komt zomaar wat tuinwerk doen. Niet afgesproken, maar hoe kan je zoiets weigeren als je voortuin er begint uit te zien als een regenwoud van de middelbreedten en de postbode de post doorheen het gebladerte in de gleuf van de brievenbus moet mikken? Ik verman me, trek mijn stoude schoenen aan en help wat mee. Voel me een fragiel oompje naast mijn neefboom. Tegen de middag ben ik gebroken, laat ik het bad vollopen en vraag een klein uurtje later aan Mieke of ze toch niet mijn gerief wil inpakken voor een weekendje Kennedylaan... Ik wil eventjes niet vechten.
In de spoedopname krijg ik algauw een morfinespuit en de pijn smelt als sneeuw voor de zon. Ik hoor in de verte een gesprek tussen dokter en verpleger waaruit ik afleid dat hij telkens wanneer ik pijn heb een morfinespuitje mag geven. Ik krijg een ingeving: zou het niet kunnen dat ik anders op morfine reageer dan een gewoon iemand? Na een drietal injecties wordt dit idee een beetje bevestigd: dit zou al voldoende moeten zijn om iemand plat te spuiten, maar ik voel me kiplekker. Heb zin om naar huis te gaan en nog een paar bomen neer te leggen met Stijn. Maar de dokter is formeel: "jij blijft hier tot we weten wat, hoe en hoeveel inzake de pijnmedicatie." Minstens tot maandag dus. Maar ik heb daar hoegenaamd geen bezwaar tegen. Zonder pijn zijn is een prima compensatie voor een weekend ziekenhuis. En als ik mag rekenen op de belofte die dit ziekenhuisweekendje inhoudt, dan lijkt dit zelfs maar een kleine narigheid!

woensdag 13 augustus 2014

Pijnvrij!

Als er een lange poos geen berichtjes verschijnen op deze blog, dan kan dit betekenen dat we het hier uitermate druk gehad hebben, ofwel dat er geen nieuws te vertellen valt of misschien ook dat ik met een writers-block geconfronteerd ben. Er is echter nog een vierde mogelijkheid: namelijk dat bobbel mij dit verhindert. Ik vrees dat deze periode van blogstilte met die vierde mogelijkheid te maken heeft (gehad). Ik heb dus op donderdag 7 augustus een afspraak met Dr. Vergauwe  voor een 'check-up'. Eigenlijk moest ik al gebeld hebben om de afspraak te vervroegen, want de pijn, waarover in vorig mail sprake was, is stelselmatig heviger aan het worden.
De dokter stelt voor om de pijn-medicatie wat op te drijven en om op maandag 11 augustus terug te komen voor een scan van de wervelkolom. Er moet immers duidelijkheid komen of de pijn komt van de druk door de tumor of vanwege een banaal rugletsel, temeer omdat ik vroeger al rugklachten gehad heb en er toen blijkbaar al van een opkomende hernia sprake was.
Maandag om tien uur stipt meld ik me aan bij de balie van de medische beeldvorming en mag onmiddellijk in de scanner. Tien minuten later weten we al dat het geen banaal rugletsel is. Bobbel wordt met een beschuldigende vinger aangewezen. Maar, wonder o wonder, ook daar bestaat een oplossing voor. Ik krijg te horen dat een zenuwknoop die daar kort bijligt en waar bobbel hoogstwaarschijnlijk op drukt door een infiltratie met zuivere alcohol verlamd kan worden. Oerlampatat gemaakt worden dus en dat voor een periode van zomaar eventjes 6 maand tot twee jaar! Eerst een infiltratie met een soort testproduct dat maar een dag of zo werkt om te zien of dat het beoogde effect zal hebben en daarna -bij positief resultaat uiteraard- de volle lading zuivere alcohol erover kieperen.
Klein probleempje: de kalender van de pijnkliniek, waar die operatie moet gebeuren, zit vol tot donderdag 21 augustus. Nog een tiental dagen tandenbijten dus. Nog een tiental dagen met verhakkelde nachten. Nog een tiental dagen zittend slapen, bewegen om de pijn te verdrijven, als een zombie rond tsjoolen, bijna niets kunnen eten, in warme baden zitten, kersenpitjeskussentjes warmen... nog een tiental dagen vechten. Maar met het uitzicht op beterschap. Gisteren echter, dinsdagmorgen dus, kan Mieke het niet meer aanzien en belt de dokter om de precaire situatie uit te leggen. Hij zegt dat we direct naar het ziekenhuis mogen gaan en dat hij in de tussentijd een kamer zal regelen. Het zal bovendien een kamer van één persoon zijn om 'medische redenen' (dit betekent dat we niet de extra kosten die daaraan verbonden zijn moeten dragen). We zijn amper een kwartier op mijn kamer in het ziekenhuis of de dokter is daar al om te zien hoe het met me gesteld is. Hij brengt twee verassingen mee. Eén: het fantastische nieuws dat ik reeds de dag nadien de pijnbehandeling kan krijgen (met wat lobbywerk kreeg hij dat voor mekaar. Reuze bedankt, dokter!) en twee: Lien, een oud-leerlinge uit de beginjaren van deze eeuw, die nu stagiaire is bij hem, maar die ik me nog vlotjes kan herinneren. Dergelijk zaken helpen echt om mezelf een oppepper te geven waarmee ik toch weer even weg kan.
Daarna krijg ik een morfinespuit en begin te slapen. Eerst tot 's avonds en dan tot 's morgens en dan weer tot de middag, dit keer liggend in een bed!. Om één uur zou ik de verlossende infiltratie krijgen. Maar het wordt twee uur en drie uur en drie uur dertig. Niet dat ik me daar erg bewust van ben want ik slaap de meeste tijd. Rond vier uur komt men mij uiteindelijk halen. En dan gaat het vlug: een vrij pijnlijke plaatselijke verdoving in de rug en dan twee naalden die 12 cm diep in de rug geplant worden, iets minder pijnlijk. Maar ... nog tien minuten later is alle pijn verdwenen. Ik ben op de recovery, maar heb zin om recht te springen en al wie ik tegenkom een dikke kus te geven. De anesthesist in de eerste plaats. De verpleegster op de recovery stelt enkele vragen over mijn ziekte -ik ben immers de enige die op dat uur nog overblijft- en zo komt het dat ik mijn ganse verhaal, zij het bondig, vertel. Ze krijgt zowaar de tranen in de ogen. Wanneer de verpleegsters van de afdeling mij komen ophalen om me terug naar de kamer te brengen springen ze bij in het gesprek en vertellen me dat ik één van hun lievelingspatiënten ben. Mam man man ... zoveel warmte doet echt deugd. En 't is nog niet gedaan: eens op de kamer zit Mieke klaar om me te verwelkomen. Ik vertel haar dat ik mijn stoute schoenen heb aangetrokken en de dokter heb gevraagd of ik eventueel naar huis kan om te slapen en dat ik daar zowaar een positief antwoord op heb gekregen. Alleen moet ik morgen terug, weliswaar naar de pijnkliniek in de Burgemeester Vercruysselaan (Sint-Maartenskliniek) want de inspuiting die ik vandaag kreeg was een soort test-inspuiting om te zien of deze zenuwknop de juiste is. De nu ge-injecteerde stof werkt maar één à twee dagen. Morgen krijg ik de definitieve inspuiting die één à twee jaar werkzaam blijft.
Ik ben een tevreden man.
Een heel tevreden man.
Een uiterst tevreden man.
Een gelukkig man!

Mijn favoriete slaaphouding van de laatste dagen en nachten. Maar niet voor komende nacht!

zondag 3 augustus 2014

Verhakkelde nachten

'De goden vervloeken de man die het eerst ontdekte hoe uren te onderscheiden.
Vervloeken hem ook, die op deze plek een zonnewijzer neerzette,
waarmee mijn dagen zo erbarmelijk in kleine stukken worden gehakt.'
Deze zinnen vond ik in 'De ontdekkers', een boek dat ik aan het lezen ben. Ze zijn van de Latijnse blijspeldichter Plautus. Het citaat trof me omwille van die 'kleine stukken'. Bij mij is het vooral de nacht, die in kleine stukken wordt gehakt. Dit heeft natuurlijk te maken met mijn ziekte. Het wordt stilaan duidelijk dat mijn spijsvertering een heel fikse knauw gekregen heeft door de chemotherapie en vooral de pijnstillers. De maaltijden zijn gekrompen tot een schim van wat ze ooit waren, mijn maag ligt op apegapen en voor mijn darmen is het adjectief 'lui' te flatterend. Het gevolg van al deze digestueuze inertie laat zich raden: er zit geen 'schuif' in. Stel het je zo voor: met het broodje van deze (zondag)morgen duw ik het yoghurtje van gisterenavond van de maag in de dunne darm. Daar vertoeven al het koffiekoekje van de namiddag, de aardappel, het stukje kippenfilet en de halve tomaat van de middag evenals de anderhalve boterham van gisterenmorgen, zonder de schel Togolese ananas van halverwege de voormiddag te vergeten. De genoemde boterham schuift, wegens plaatsgebrek in de dunne darm, door naar de dikke darm, waar de restanten van de maaltijden van vrijdag een stek gevonden hadden en ook moeten doorschuiven. Dit ganse doorschuifgedoe resulteert ten lange leste in een miniplonsje op de pot: vermoedelijk de drie happen spaghetti van donderdagavond.
Dit alles gaat gepaard met een kakofonie (en niet kakafonie, dat weet ik van Hedwig) van gebroebel, gesteun, geborrel, gekerm, gebruis en gepruttel van jewelste, in mijn binnenste. Met daar bovenop krampen in buik en rug die het leven bij momenten heel erg onaangenaam maken. Ik heb geleerd dat ik er deels kan aan ontsnappen door actief te zijn. Bewegen. Fysische bezigheid. Stil zitten gaat nog maar liggen is pijnlijk na enkele minuten. Mijn rug kan ik bedaren door het kersenpitkussentje te verwarmen en er tegen te drukken. Als het te erg wordt is een warm bad zowat de enige mogelijke oplossing. Of de spoedafdeling van het ziekenhuis, waar men mij intussen ook al begint te kennen.
De nachten zijn dus moeilijk. Ik ga slapen met een maximale dosis pijnstiller, wordt na zowat een uur wakker en daarna is het improviseren en zoeken. Rondlopen als ik niet te moe ben. In bad gaan liggen als het te veel wordt. Beneden in de zetel gaan liggen, want daar kan ik het kersenpitje tussen mijn rug en de zetelleuning vastzetten, lijkt de beste oplossing. Gemiddeld om de drie kwartier wordt ik wakker omdat het kussentje afgekoeld is. Vandaar het stukje Plautus aan het begin. Rond vier uur waag ik het om opnieuw naar bed te gaan, want dan is het wat rustiger geworden binnenin. Alle maaltijden van de voorbije dagen lijken hun nieuw plaatsje gevonden te hebben in de kanalen van het spijsverteringsstelsel. Met wat geluk slaap ik dan een kleine twee uur...
De andere zijde van de medaille is dat ik gemiddeld om zes uur al bezig ben, de laatste weken is dit in de moestuin, die er nu stralend bij ligt. Ook de elektrische leidingen van de nieuwbouw liggen bijna allemaal op hun plaats en bovendien lijkt het to-do-lijstje aan het prikbord een flinke vermageringskuur ondergaan te hebben. Er zijn dus ook goeie kanten aan! Dat is een opsteker! Meer nog: het drukt de ellendige nachten op de achtergrond en laat me toe om ze gemakkelijk te vergeten. Maar tot rust komen zit er voorlopig niet in. Tenzij in het bad ... mijn favoriete plek in deze dagen!
Nu donderdag (7 augustus) volgt er een bezoek aan dokter Vergauwe. We hebben een pak vragen waarop we antwoorden zoeken... het wordt weer een beetje spannend.
Tussen kolen, wortelen en princessenboontjes: de moestuin doet zijn voordeel met zijn tot activiteit gedwongen tuinder. Het kersenpitkussentje zorgt voor verzachting van de (rug)pijn.