Over deze blog

Een blog krijgt telkens het recentste bericht bovenaan. Als je dus van het begin af aan wil lezen moet je met het onderste bericht op pagina 1 beginnen. Er staan in deze blog telkens tien berichten per pagina.

donderdag 31 juli 2014

Leeg

Wie deze blog al een poos volgt, zal zich misschien herinneren dat we tijdens onze wandeling naar Compostella een ontmoeting hadden met mijn broer Toon en zijn gezinnetje. Zij stonden toen aan het begin van een nog groter avontuur dan dat van ons. Dat avontuur loopt nu op zijn einde en gisteren was er op hun blog een soort samenvatting van hun opgedane inzichten te lezen. Een heel mooi stukje lectuur, dat ik jullie zeker niet wil onthouden, daarom hier eventjes een link ernaartoe. Het is een soort pleidooi voor onthaasting, voor minder, voor een terugkeer naar waar het toe doet. Lezen maar!
Wat me opvalt is, dat Toon spreekt over 'de lege uren onder de Spaanse of Franse zon'. Waarin het woordje 'leeg' een duidelijk positieve betekenis heeft. Net als in het boek van Bieke Vandekerckhove.
Eergisteren waren we op de begrafenis van onze buurvrouw Cecile, een bloem van een vrouw. Daar gebruikte men, zoals op vele begrafenissen wellicht, een tekst van Dietrich Bonhoeffer, een Duits theoloog, kerkleider en verzetsstrijder in de tweede wereldoorlog. Het gaat over de inwendige leegte die het heengaan van een vriend(in) veroorzaakt bij het afscheid en hoe waardevol die kan zijn:
 '…dan is er op de wereld
niemand en niets die de leegte
van de afwezigheid kan vullen

Zeg niet: God zal die leegte vullen,
want geloof me, dat doet hij niet.
Integendeel:Hij houdt die leegte leeg
In onze westerse samenleving is het wellicht een heel moeilijke stap om zetten: ook het nietsdoen kan zinvol zijn. Nikske tijd doden, maar wel tijd leven, of beter: tijd beleven. Het zal wel toeval zijn, maar in de woordenlijst wordt het woordje leef onmiddellijk gevolgd door 'leeg'... (samenstellingen met 'leef' zoals 'leefloon' en leefwijze' natuurlijk buiten beschouwing gelaten. Ook in het Frans valt het op: 'vide' en 'vie'. Hoe drukker we het laten worden, hoe vlugger de tijd gaat. Maar het omgekeerd is evenzeer het geval: hoe trager iets gebeurt, hoe trager ook de tijd gaat. Tijd nemen wordt automatisch meer tijd krijgen. En als time dan toch money is, waarom zouden we ons dan nog haasten?
Het doet denken aan de levenswijze in de kloosters van de contemplatieve christelijke monniken-ordes, waar men afstand doet van aardse beslommeringen, waar de afwezigheid van alle 'speeltjes' van onze consumptiemaatschappij, ingevuld wordt door intenser bewustzijn, een bezig zijn met verbondenheid met alles wat rondom is, niet op de laatste plaats wat men  'hierboven' noemt. God dus. 
De laatste weken hebben Mieke en ik enkele zaken gedaan die al lang op het verlanglijstje staan. Daaronder: een bezoekje brengen aan Jan in Zonhoven. De eerste lotgenoot die ik persoonlijk leerde kennen. Met lotgenoot bedoel ik: iemand die eveneens het verdict van NEC kreeg. Bij hem op de thymus, een klier tussen de luchtpijp en het borstbeen. Jan is iemand met veel courage, een positieve ingesteldheid en een gouden vrouw... Iemand voor wie je automatisch veel respect hebt. We hadden een leuke babbel en, hoewel we elkaar daarvoor slechts een vijftal minuten gesproken hadden en er niet meer dan enkele mails over en weer gegaan zijn, leek het wel of we al lang bekenden waren. Natuurlijk doordat we heel veel herkenden in wat we aan elkaar vertelden over de ziekte die ons in zijn greep heeft.



zondag 20 juli 2014

Kaarsje branden

De relatie tussen het schrijven van blogberichten en de evolutie van mijn ziekte loopt een beetje mank. Meestal, om niet te zeggen altijd, schrijf ik de berichtjes wanneer ik een goed moment heb. Ik geraak er niet toe om te schrijven als het minder is, als de pijn al de rest naar de achtergrond verdringt. Dat zal een beetje moeten veranderen, want sedert ik twee weken geleden naar de spoed ben geweest omdat de pijn niet meer te harden was, is die pijn eigenlijk nog niet echt weg geweest. Soms minder, maar nooit weg. Het slechtst is als ik stilval en ga liggen. Kan je je voorstellen? Ik moet blijven bewegen om de pijn te verdrijven. Leuk misschien! Zo geraakt veel werk verzet! Dat komt goed uit: in de tuin is er de strijd tegen het onkruid, in de verbouwing moeten elektriciteitsleidingen aangelegd worden, de overvloed aan fruit en groente smeken naar transformatie in confituur, soep, diepvriesproducten, ... De houtvoorraad voor deze winter kan een boost gebruiken. Straks moeten we onze bezittingen sorteren en selecteren om alles in ons nieuwe optrekje te kunnen stouwen zonder dat het er als een tweedehandsspullenmagazijn gaat uitzien. Genoeg mogelijkheid tot bewegen dus. En toch ... een mens moet tot rust kunnen komen. En dat lukt niet. Dat doet pijn.
Maar ik mag niet klagen. Mensen sloven zich uit om het voor mij allemaal doenbaar te houden. Ik heb nood aan een manier om hen allemaal te bedanken. Een kleine geste. Betty bracht me op het idee. Zoveel mensen hebben mailtjes geschreven, gebeld, kaartjes gestuurd, kaarsjes gebrand ... Kaarsjes gebrand, ja, laat ik eens een kaarsje branden voor al die mensen. Ik heb Mieke betrokken in het idee en ze is een pak theelichtjes gaan kopen. Eergisteravond hebben we ze met de hulp van Jolien en Steven ontstoken. Ik heb ze niet geteld, maar het waren er zeker niet genoeg. En toch wil ik dat het voor elk van jullie is. Voor ieder die mee stapt, die mee begaan is, die mee bidt, die me bezoekt, die op gelijk welke manier iets doet of dat van plan is. Ik denk aan An, Annie en Annemie, aan Ignace, Joris, Jan, Carlos, Mieke, Eleonoor, Karel, Charles en Louise, Piet, Jef en Fons en ook José, aan Josée en Jan, Carlos en Annie, Tuur en Kaat, aan Stefaan en Ann, Jan en Nina, Renaat en Annemie, Pol, Toon en Katrien, Bart en Nele en natuurlijk aan Jonas, Andres, Lukas, Nicolas, Joran, Matthijs, Pieter in elk geval, Dythe, Michiel, Lowiek, Luka en Twan,Tatjana, Sylvie en Bart, Ruben en Lise, Nele en Peter, aan Ginette, Jozef, Marc en Monique, Jean-Luc en Carine, aan mijn ouders en schoonouders, aan onze kinderen natuurlijk en hun partners, en ook aan onze kabouters Louise, Cas en Arne, An en Patrick, Triene, Frederik en An, Dominiek en Saray, aan Lien, Stefan, Miek, Snir, Riet, Tom, Hanne, Stijn en Jasper en Ozanette, Simon natuurlijk ook en Geert en Brigitte, Karel, Annemie, Isabelle, Liesbet, de verpleegsters en Terence van gastro1, dokters Vergauwe, Chloë, Nancy, Stien, Ann en Bemen, Marie-Josephe, Marleen en Piet, Annemarie en Antoon, Julie, Marie-Ange en de anderen van 6B, Renaat en Katrien, Lieve en Lieven, Jan, Jos en Sofie, Lea en Wilfried, Sylvie en Emma uit Rwanda, vader abt, Louis, Philippe en Françoise, Marie-Rose, Annemarie, Véronique, Brigitte, Dominique, Bernard en Annick, Arnold, Lieven, Joris, Jan en Régine, Myriam en Hugo, An, Filip, Johan en Dorine, Kristien en Luc, mijn doopmeter, tante Marie-Thérèse, tantes Monique, Thérèse, Bernadette, Anne-Marie, Gemma, Chantal, Yvette, Anna, Mie, Agnes, Godelieve, Jacqueline, Gigi, Julia en Lut en de nonkels Marc, Willy, Serge, André, Germain, Romain, Pierre, Edgard, Géry, Jozef, Christian,Etienne en Robert, zonder Joris, Jozef, Raoul en Antoon te vergeten, Vanessa, Marleen, Nancy, Annick, Veerle en Gunther, Patricia, Jean-Paul, Geert, ook Pieterjan en Annelies, Rita en Filip, Ben, Charlotte en Frank, Chay en Marijke, Koen en Hilde, Lut en Pierre en Stefaan, Philippe en Mia, Tine en Hugo, Betty en Luc, Heidi en Luc, Matthijs, Frank, Paul, Marie, Mia, Colette, Luc, Martine, Nathalie en Sofie, Sofie, Bart, Matthias, Bjorn en Tine, Stijn en Tessa, Kurt, Frédéric en Kimberley, Charlotte en Frederik, Charlotte, Annie, Geert, Dries en Myriam, Fabienne, Annelien, Johan en Lucrèse, Stijn en Willemien, Barbara en Wannes, Mara, Philippe, Evelien en Brecht, Nicole, Lise, Katrien, Bram, Christine en Renaat, Nadine, Wim, Lieven, Myriam, Katelijne, Ignace, Sabine, Sabine, Sabrine en Bart, Luc en Rita, Frederik, Anneleen, Ingrid en Herman, Koen, Frank, Arne, Matthias, Willy (ik lag laatst op dezelfde kamer als jouw schoolmeester uit het eerste leerjaar, eveneens een Willy, Willy!), Tanguy, Siska, Magalie, Sammy, Ilse, Sofie, Remi, Hilde, Greet, Heidi, Marleen, Steven en Tine, Linda, Sarah, Filip, Ann-Sophie, Dirk, Lionel, Bernard, Lieven en Christiane, Pascale, José, Chris, Etienne en Anita, Bea, Jeanine, Rita, Christine en Johan, Francis en Rita, Frans, Bart, Peter, maar ook Bart en Lieve, Koen en Evita, Kaat en Christophe, Johan en Magda, Annie, Ann en Filip en Lotte, Mieke en Thomas, Pieter en Eline, André en Yvette, Frans, Filip en Boudewijn, Stefaan en Erna, Josefa, Roger en Lia, Jean-Luc, Henk en Lut, Rik en Sofie, Hedwig en Hilde, Fernande, Jaklien, Lieve, Kris, Marijke, Lieve, Isabelle en alle anderen van het Aalbeeks Gemengd koor, Sarah, Julie, Marianne, Ruben, Roger en Maria, Paul, zusters Rosa en Edith, Rosa, Roos, Hilda en Monique, priester Michel en diakens Kris en Kurd, leerlingen en oud-leerlingen waaronder speciaal dan toch Louis, Hanne (hier beter gekend als Aagje), Marthe, Emma, Jonas, Sander, Evelien, Héline, Amber, Nina, Paul, Henri, Niels, Jasmine, Charlotte, Hugues, en Margaux, die ook op 29 mei verjaart... Ik ben er vele vergeten en voel me daar niet zo goed bij. Ik bedoel eigenlijk: jullie allemaal. Daar zitten mensen bij die we nog niet in levende lijve gezien hebben of mensen die we op weg naar Compostella ontmoet hebben, zoals Inge, Andreas, Lucia en Mart, Marie-Béatrice en Huguette, Eline, Irn, Morgane of mensen die toevallig op de blog terecht gekomen zijn, zoals Roos, Rose, Tosca, Kristina, Paddy, Andrés, Robin en Gwy. Ook Dees en Frans, Annemie, Johan, Bert en Katrien en de vriendinnen van onze moeders die meeleven en meebidden, de vrienden en vriendinnen van onze dochters ...  Voor jullie allemaal, deze kaarsjes in onze tuin. Nu gaan we naar het trouwfeest van Miek en Snir, nichtje met een gigantisch groot hart. Sorry aan Wouter en Lieselot dat we er eergisteren niet bij waren. We wensen jullie natuurlijk een leven met liefde gevuld. En we drinken er eentje op jullie gezondheid.
We  nemen de microgolf mee. Niet om cadeau te doen, maar om bij tijds een kersenpitje op te warmen en tegen mijn rug te houden ... je moet roeien met de riemen die je hebt, nietwaar?
Niet voldoende kaarsjes, maar je snapt de bedoeling wel hé? En ook nog de groeten aan de twee getuigen van Jehovah met wie ik deze morgen een heel aangenaam gesprek had.

Even uit de bol op het trouwfeest van Miek en Snir (later toegevoegd)

zaterdag 12 juli 2014

Een trage storm.

De voorbije week is als een storm voorbijgegaan. Niet razend vlug of superdruk, integendeel: veeleer traag en tot verveling leidend. Maar de storm komt door één enkel zinnetje dat de dokter woensdag uitsprak.
Uit het vorige berichtje kon je opmaken dat de bobbel me steeds weer in de problemen brengt. De laatste twee keren was dat doordat hij verhindert dat de gal op afdoende manier in het galkanaal geraakt. Wat ontsteking geeft en dus pijn. Deze keer is het blijkbaar niet anders. Men had mij zaterdag op de spoedafdeling al voor de zoveelste keer in de CT-scanner geschoven om een zicht te krijgen op wat nu weer loos is. En ja hoor: de galbuisjes zijn gezwollen. De oorzaak: de gal kan niet afvloeien naar de dunne darm. Verdorie toch! Nu, daarmee kunnen we weg: voor de vijfde keer zal men zich met een hoop machinerie door mond, slokdarm en maag een weg banen tot bij de papil van Vater (da's waar het galkanaal in de twaalfvingerige darm terechtkomt - ik maak van jullie allemaal nog spijsverteringstelselspecialisten!).
Dinsdag is het zover, ik ken de procedure intussen al: niet eten vanaf 's morgens vroeg, rond de middag een ritje per bed doorheen de ganse kliniek naar het operatiekwartier. Daar is men druk doende met vijf man (vooral vrouwen) om me heen, waaronder één anesthesist. Die laatste zegt op een bepaald moment: "Slaapwel, we gaan goed voor je zorgen!" en wat enkele seconden later lijkt, ontwaak je in de 'recovery' met een onaangenaam gevoel in de keel. Die enkele seconden zijn dan in werkelijkheid 30 à 40 minuten.
Dit keer is er echter een kleine wijziging in dit scenario. De 30 à 40 minuten zijn opgelopen tot vier uur en men heeft mij niet naar de recovery, maar naar de paza gebracht. Paza? Nooit van gehoord! Internet vertelt me dat dit staat voor 'post anesthesie zorgen afdeling'. Een soort tussenweg tussen intensieve zorgen en recovery. Men sluit een batterij machines op me aan om mij in de gaten te houden.Dit heeft niks te maken met en gebrek aan vertrouwen, maar met een verwikkeling die zich tijdens de operatie voordeed. Een uurtje later komt de dokter me een woordje uitleg geven. Toen hij het verstopte buisje wegnam, kwam er een stroom van etter en vuil op gang dat het niet schoon meer was. Mijn koortspieken, zweetuitbarstingen en koude rillingen hebben van de laatste dagen krijgen meteen een verklaring. Hij is anderhalf uur bezig geweest om de boel wat op te kuisen, "Maar alles is gegaan zoals het moest en nu is het in orde", verzekert hij me. Desalniettemin moet ik de nacht onder verstrengd toezicht doorbrengen op de paza. Omstreeks half elf komt de nachtverpleegster van dienst me vragen of ik het WK voetbal volg. Ik geef toe dat het me maar matig interesseert, maar wil toch weten waarom ze dat vraagt. Het nieuws is de moeite: in de halve finale staat het na een half uur in Brazilië-Duitsland 0-5! Ik heb zowaar medelijden met de Brazilianen.
Woensdagmorgen mag ik weer naar de kamer. Wanneer dokter D'heygere zijn ronde doet informeer ik of ik straks naar huis kan, maar daar valt zo te zien zelfs niet over te discussiëren. Men wil aan de hand van bloedtesten eerst zien of de besmetting onder controle geraakt. Zware antibiotica moeten mij hierbij helpen. Donderdagmorgen om vijf uur gaan plots de grote lichten in de kamer aan. Een verpleegster stormt binnen met de melding dat ze mijn bloed wil. Geen enkele vorm van empathie is haar bekend, maar ze kent haar vak, want de prik is hoegenaamd pijnloos.
Het afgenomen bloed voldoet aan alle verwachtingen, maar de pijn is teruggekeerd en dat is de reden waarom de dokter mij ook op donderdag moet ontgoochelen: "Als je morgen pijnvrij bent, dan kan ik je laten gaan." Nog een dag verveling, nog een dag gevangenschap, nog een dag op niet meer dan tien vierkante meter. Maar 't is voor de goeie zaak. En wat is nu een dag op een mensenleven. Wanneer Tuur donderdagavond even langs komt ben ik zowaar een beetje moedeloos. De pijn blijft ondanks Transtec, Paracetamol en morfine. Ik vrees dat een weekendje thuis mij niet gegund zal zijn. De dag gaat over in de nacht. De nachtverpleegster wil me graag nog een morfinespuitje geven, maar ik ben geen groot amateur. Door al die morfine verstenen mijn darmen en dat is nog minder leuk. Dan stelt ze voor om een warmtecompres tegen mijn rug te leggen. Heerlijk is dat. Ik val meteen in slaap en heb er ontzettend veel deugd van. Steeds opnieuw staat ze klaar om het compres te vervangen, fantastisch is dat! Dit alleen helpt me er een stuk bovenop. De vrijdag begint met heel wat minder pijn en wanneer de dokter langs komt kan ik zonder overdrijven zeggen dat de pijn bijna volledig weg is.
Hoezo, 'De voorbije week is als een storm voorbij gegaan'?. Wel ik heb een overdonderend detail achterwege gelaten. Dinsdagavond was er 'krans', zei dokter D'heygere. Dat is een soort conferentie van doktoren, waarop ze hun 'moeilijke gevallen' aan elkaar voorleggen. Ze zitten samen met dokter uit andere specialisaties om het probleem even vanuit hun oogpunt te laten bekijken.
Woensdag kreeg ik verslag van die 'krans'. Uit vergelijking van de oude en nieuwe CT-scans blijkt dat de tumor weinig verandert in volume. Veel minder dan dat men had verwacht volgens de pathologie van december 2012. Daarom heeft men deze pathologie nog eens over gedaan. Wat bleek nu? Wel: ze zaten er recht op. De bobbel is niet anders dan dat men zich die had voorgesteld: een snelgroeiend NEC. Maar wel een snelgroeiend NEC dat traag groeit... (Het bewuste zinnetje waarvan sprake in het begin van dit bericht). Hoe kan dat nu? Men staat een beetje voor een raadsel, maar de dingen zijn zoals ze zijn. Jolien en Mieke waren erbij toen hij dat verhaaltje vertelde, maar het veroorzaakte wel degelijk een storm in mijn binnenste. Ik denk dat ik het antwoord wel ken: honderden kaarsen die gebrand zijn, duizenden kaartjes en mails, een kuur van limoensap tot het uit mijn oren kwam, een positieve kijk op de dingen, een wandeling naar Compostella en een doorgedreven overtuiging dat alles goed komt, dat er voor je gezorgd wordt hier vanboven. Zeg nu zelf: als jij bobbel zou zijn, zou je dan ook niet een beetje temperen. Zou je je dan ook niet een beetje inhouden, het wat kalmer aan doen. Ik denk dat bobbel dat heel goed begrepen heeft: tegen zoveel power is hij niet opgewassen. Dus gaan we door op de ingeslagen weg. Toch?
Zo ziet een paza er ongeveer uit (foto van internet)

zondag 6 juli 2014

In panne

"Je bent weer in panne gevallen...". Zo resumeerde de dokter van wacht mijn situatie gisterenmiddag. Hij vormt een duo met dokter Vergauwe en volgt mijn dossier dus ook vanaf de zijlijn. Inderdaad: in panne. De rugpijn was sinds de verstopping nooit helemaal weg geweest, werd eergisteren wat prominenter en was gisteren niet meer te harden. Mieke brengt me naar de spoed rond een uur of tien. Ik schijn lijkbleek te zijn geweest en krijg meteen pijnstillers. Die brengen na een uur wat verlichting. Een CT-scan wijst uit dat het probleem weer met de gal te maken heeft en ik wordt veroordeeld tot minstens een weekend ziekenhuis. Maandag wordt gekeken wat er kan gebeuren. Maar de pijn is verdwenen. Ik geniet zowaar van mijn zaterdagnamiddag zonder pijn. De Rode Duivels kunnen dat heerlijke gevoel zelfs niet verstoren met hun nederlaag in Brasilia. Ook de nacht is zalig pijnvrij en hier zit ik nu. Ik heb het huwelijk van collega Marleen gemist, ik rateer het ontbijt op 'Kom uit je Kot' in Aalbeke. Ook een familiebezoekje in Wevelgem zit er niet meer in... Een mens zou er al gauw zijn courage bij verliezen. Maar ik heb mogen ervaren hoe goed Mieke voor me zorgt, hoezeer die zorg ontspruit aan een onvoorwaardelijke liefde. Dat maakt alles weer goed, geeft me de guts om door te gaan, om te blijven vertrouwen...
...overdracht van klavier...
En ik heb mogen ervaren hoe taai mijn ventje is. Tijdens het ritje naar het ziekenhuis hoor ik op de autoradio de priester zeggen: "Alhoewel Jezus weet wat hem te wachten staat is hij toch gelukkig" En hij gaat verder: "Mensen die het moeilijk hebben worden ook elke dag voor die keuze geplaatst." Ik voelde mij rechtstreeks aangesproken. Dankzij ons geloof lukt het ons steeds weer te kiezen om 'gelukkig te zijn'. Het helpt ons door te zetten. Op die manier blijft het leven mooi!

donderdag 3 juli 2014

Cambodja in de frigo

Vandaag is 2 juli 2014. Dit betekent dat Mieke en ik exact een jaar geleden ergens nabij Doornik in het onooglijke dorpje Esquelmes ons aan het klaarmaken waren om de nacht door te brengen in de 'schone plaats' van de hoeve met de naam 'Ferme du Paradis'. We hadden maar aan één bel moeten trekken om onderdak te kunnen krijgen op de eerste avond van ons grote avontuur richting Santiago de Compostella. Onwetende nog wat ons boven het hoofd ging en -wat mezelf betreft- ervan uitgaande dat we al content zouden mogen zijn als we Reims en misschien Vézelay zouden kunnen bereiken.
Het werd de tocht van ons leven, waar we nu nog dagelijks op één of andere manier naar verwijzen of aan terugdenken.
Dat was 2 juli 2013. Intussen hebben we onze horizon wat verlegd naar het verre oosten. Niet om er te voet naartoe te trekken, maar om er in de eerste plaats een doel te stellen. Dat doel is niet een rondreis in het naar verwachting mooie en ongerepte land , maar wel een concrete bijdrage leveren aan een betere toekomst van een pak Cambodjaanse jongeren. Dat klinkt misschien wat raar, maar het is een houding die we moeten aannemen, nu we het bezoek aan Cambodja voor onbepaalde tijd moeten uitstellen. Na de laatste ziekenhuisperikelen kwam het herstel maar heel erg traag; In die mate zelfs dat het nog altijd aan de gang is. De half versteende darmen hebben mijn rugspieren in die mate verstoord, dat ze me nog steeds parten blijven spelen.De nachten duren eindeloos omdat ik telkens weer wakker word met rugpijn en moet pendelen tussen bed en sofa om aan wat slaapuurtjes te komen. De voorbije twee weken zien de nachten er ongeveer zo uit:
- Omstreeks tien uur in bed met een warm kersenpitje tegen de rug.
- Rond twaalf uur wakker met wat pijn, naar beneden om het kersenpitje op te warmen en terug in bed. - Om half twee opnieuw wakker met meer pijn. Naar beneden en met een warm kersenpitje in de sofa.
- Rond vier uur opnieuw wakker, maar niet altijd meer voldoende moe om de slaap te kunnen vaten. Soms lukt het nog voor anderhalf à twee uur, soms helemaal niet meer.
In ieder geval: ik heb een héél lange voormiddag met enkele uren pre-ontbijt-tijd. En ik moet zeggen: ik kan genieten van de stilte in huis. Ik zie de zonsopgang, hoor de vogels een nieuwe dag aankondigen en profiteer van de beschikbare tijd om wat te lezen of TV te kijken (gisteren was dat natuurlijk de samenvatting van de heroïsche voetbalmatch van onze Rode Duivels tegen Obamaland).
Dit ochtendlijke 'cadeau' blijft natuurlijk niet zonder gevolg. Het betekent dat ik de namiddag voor een groot stuk slapend doorbreng.
Terug naar Cambodja. Of beter: terug naar 'niet-naar-Cambodja'. In principe zouden we half juli vertrekken na het welkome uitstel van half juni. Dat is nog twee weken. 20 uur in een vliegtuigzetel zitten met een rug die geen bed verdraagt, twee weken rondzwerven in een rijstland met een verstoppingsgevoelig darmstelsel, veertien dagen ver van medische uitrusting, wetende dat ik de laatste twee maanden al drie keer onverwacht in het ziekenhuis soelaas heb moeten zoeken voor mijn kranke binnenwerk... het is allemaal een beetje miserie zoeken zeker? Je kan erop vertrouwen dat dingen goed komen, maar je moet het onheil niet zelf uitlokken. Soit: Cambodja zit in de frigo maar is zeker niet begraven. Het project gaat sowieso door. En de stylo's, Carine en Isabelle: die geraken er heel zeker hoor!
Vorig jaar op 2 juli: een toast op onze tocht in het snack-restaurantje te Dottignies - het romaanse kerkje van Esquelmes

De eerste schelp ligt voor het kerkje van Esquelmes - even relaxen op het erf van de Ferme du Paradis