Over deze blog

Een blog krijgt telkens het recentste bericht bovenaan. Als je dus van het begin af aan wil lezen moet je met het onderste bericht op pagina 1 beginnen. Er staan in deze blog telkens tien berichten per pagina.

maandag 30 september 2013

Aalbeke-Castrojeriz is ook mooi



Wie een beetje tussen de regels door leest, zal gemerkt hebben dat onze onderneming meer en meer een strijd wordt om de eindstreep te halen. Van in het begin hebben we echter gesteld dat Compostella niet het einddoel is van onze tocht. Als er al een einddoel zou zijn, dan is dit de confrontatie met onszelf, elkaar en de wereld rondom ons. Een beter inzicht krijgen, dichter bij elkaar, bij de mensen rondom ons en bij God te geraken. Dit doe je niet door jezelf kapot te stappen, koste wat het kost. Ik had het zelf nog niet helemaal door, maar een lange mail van het thuisfront en de klare kijk van Mieke hebben dat inzicht bijgebracht. Het komt er dus op neer dat hier in Castrojeriz onze voettocht een einde neemt. Morgen keren we met de bus terug tot in Burgos (er is maar één bus per dag), pikken er de auto op en rijden naar Santiago de Compostella. Zo zullen we uiteindelijk toch nog de stad bereiken, zij het niet helemaal zoals het hoort.
We hebben deze beslissing deze middag genomen, na aankomst in de albergue van Castrojeriz. Ik ben hier vrij uitgeput aangekomen, na een wandeling van slechts een kleine 20 kilometer. Een mooie wandeling overigens, alle omstandigheden in acht genomen. Ze begint in de complete duisternis van een zwaar bewolkte, maanloze hemel met geen ander licht dan dat van ons koplampje en van nog enkele dergelijke lampjes voor en achter ons. Een miezerige regen en een strakke tegenwind maken het plaatje compleet. Als het licht wordt zijn we midden een desolaatstuk landschap met enkel lege velden, enkele iele boompjes en zicht op een lange weg naar het westen met mensjes die tegen weer en wind opboksen. Wij zijn er twee van, een beetje verschillend van de anderen omdat we de enigen zijn met paraplu's.
En ook de enigen met fluohesjes, want die hebben we van Isabelle en Pascale van de XIU-actie, met de bedoeling om van hieruit wat promotie te maken voor hun nobele doel: scholieren op de fiets een hesje laten dragen (XIU staat uiteraard voor 'k zie u). Iets verder zien we een mooi pelgrimskruis met een hele hoop stenen en steentjes in deze verlaten vlakte. Een ideale plaats voor het steentje van Jelle, dat hij wil opdragen aan zijn opa en oma die allebei veel de vroeg aan kanker gestorven zijn, maar natuurlijk ook voor papa en mama, Lise en Marthe!
De laatste vijf kilometer gaan over asfalt, een verschrikking voor de voeten, maar de regen is opgehouden. We lopen nog door de ruïnes van wat ooit een groot klooster moet geweest zijn. Het is een heel vreemde situatie, er loopt zomaar een asfaltweg door wat ooit één van de kloostergebouwen moet geweest zijn. Wie dat zou willen kan zomaar één van de beeldhouwwerkjes uit het portaal loswrikken en meennemen. Het ziet er trouwens naar uit dat velen dat al geprobeerd hebben.
We komen al om 12 uur aan ter bestemming, douchen en huren de computer een half uurtje om wat mails te lezen en eventueel te beantwoorden. maar het lukt me niet om zo lang recht te zitten. Mieke leest de mails en komt verslag uitbrengen. Eéntje heeft haar heel erg geraakt en gaat naar de kern. Het wordt duidelijk dat we niet meer bezig zijn met een deugddoende pelgrimage, maar met een gevecht om in Compostella te geraken. Dag na dag na dag... En dan rijst uiteraard de vraag wat er nog zal overblijven, mocht het lukken om er binnen drie weken aan te komen. Kan ik niet veel beter de tijd die ik heb gebruiken om met al wie dierbaar is door te brengen? Moet ik niet dankbaar zijn dat we Spanje hebben gehaald? Uiteraard ben ik daar dankbaar voor, want bij de start vond ik dat helemaal niet vanzelfsprekend. Nu nog altijd niet, integendeel!
Wat promotie tussendoor, met dank aan de Tsjechische fotograaf-van-het-moment.
Het steentje van Jelle krijgt zijn plaats tussen vele andere...

Vele pelgrims, veel regen en veel kilometers te gaan.

Een abdij in de weg van de weg? Dan maar de weg dwars door de abdij!

Op dat moment wist ik het nog niet, maar dit dorp wordt uiteindelijk het laatste van onze Grote Wandeling.





zondag 29 september 2013

Dag na dag na dag.

Het belangrijkste wapenfeit van de dag is niet dat we over een hoogte van bijna 1000 m getrokken zijn, noch dat we bijna 25 kilometer met strakke tegenwind en soms een regenbui gestapt hebben. Ook niet dat we dan toch Burgos 'binnen' hebben of dat we in dit verlaten gat een slaapplaats hebben kunnen bemachtigen. Niets van dat alles. Het allerbelangrijkste wapenfeit is dat we vanmorgen te voet vertrokken zijn naar het westen en niet per auto naar het oosten.
Ik verklaar me nader...
Het weerzien met Toon en Katrien is heel erg leuk en bemoedigend. De sinterklaasbom bestaat niet alleen uit een pak geschenkjes en tonnen emotie, maar brengt ook wat werk mee. Alles kan niet in de rugzak, we moeten selecteren. We lezen de brieven, kaartjes, intenties en verpakken ze om in de auto achter te laten. Wat 'papieren' betreft, gaan alleen een piepklein boekje met een selectie van psalmen en een bundeltje dagintenties (elke dag ééntje openen om te lezen) mee. Verder ook enkele steentjes om onderweg achter te laten, wat versnaperingen, wat vitaminepreparaten, enkele persoonlijke verzorgingsproducten, een piepklein flesjes whisky (elke dag even de tong mee strelen), een bokaal appelmoes van ma en enkele appels voor onderweg.
Na een avondmaal in het restaurant van de camping ('para mi, solo agua por favor'), gaan we naar de bungalow om een zo lang mogelijke nacht onder de dekens door te brengen. Het is dan negen uur, Luka en Twan zijn ook van de kaart, Toon en Katrien hebben hun nachtelijke rit van twee dagen geleden nog goed te maken. Omstreeks half tien ben ik onder zeil, maar om tien uur maakt pijn in de darmstreek mij opnieuw wakker. Om half elf heb ik er genoeg van en ga een wandeling rond de camping maken. Ik word een beetje wanhopig en probeer mezelf te overtuigen dat alles goed komt. Ik maak me boos, begin mijn buik te kneden, ik bid, ik roep (sorry, Finse mensen uit de camper die ik dan toevallig passeer). Ik kom thuis en ga naar bed. De slaap komt niet. De pijn wel.
Ik ga rechtop zitten en begin aan een blogbericht dat bedoeld is om wat uitleg te geven waarom de Camino voor ons in Burgos is geëindigd, want nu ben  ik daarvan overtuigd. Dit was het. Punt uit. Schlüss. Sorry mensen, het gaat niet meer... Mieke is dan wakker en steunt me, pakt me vast en probeert troost te bieden. Om middernacht beginnen de klokken van een nabijgelegen kerk nadrukkelijk te luiden (?!). Dan val ik in een diepe bodemloze slaap, wordt verdwaasd wakker, mij van uur nog plaats bewust. De pijn is volledig weg. Ik val opnieuw in slaap en het doet deugd. Veel deugd. Om kwart na zeven worden we beiden wakker en het eerste wat ik zeg tegen mijn vrouw is: "Gaan we een wandelingske maken vandaag?" "OK", is het antwoord. Is ze geen schat?
Dus zijn we nu in Hornillos del Camino. Een gat. Er zijn nog steeds veel meer pelgrims dan beschikbare bedden... Maar de mensen hier doen zo hun best om iedereen onderdak te bieden. Chapeau! We ontmoeten hier veel mensen van de eerste dagen in Spanje, blijkbaar waren we hen een dag voor en hebben zij ons nu bijgebeend. Ik neem me voor om 's nachts geen beslissingen meer te nemen, enkel 's morgens zien of het zal gaan. Dag na dag na dag tot in Santiago. Tot in Santiago? Tot in Santiago!
We volgen de Rio Arlanzon door Burgos om weer aan te sluiten op de Camino. Plots bevinden we ons midden een wereldrecordpoging voor de langste bloedworst.
Al eens een kreeft de straat zien oversteken? Wij wel!
Strakke westenwind hebben ze hier. De wandelstok waar ik vanaf nu mee loop, kreeg ik van een Rwandese boer, hij vormt als het ware een band tussen de start van onze levensweg samen en deze Camino.
We zijn nu wel degelijk in de Meseta, een droog stuk Spanje waar we tussen Burgos en Leon door trekken:

zaterdag 28 september 2013

De Sinterklaasbom

Het is zaterdag 28 september. We zitten aan de rand van Burgos in een mini-mini-mini bungalowtje te wachten op de komst van twee avonturiers en hun mini's. Het is koud, het heeft vannacht en vanmorgen geregend en er is hier niets te doen. Ideale omstandigheden dus om één en ander eventjes op en rij te plaatsen. Dat is gisterenavond eigenlijk al begonnen toen Mieke zei dat we sedert we in Spanje zijn, ze nog niet de indruk heeft gehad dat de Camino vooral een echte weg naar binnen is. Het blijft bij oppervlakkigheden als kilometers malen, een bed voor de nacht te pakken krijgen, regelmatig, voldoende en gevarieerd aan voedsel en voldoende slaap zien te komen. We willen graag wat meer naar de diepte. Soms zijn er van die momenten, maar ze zijn schaars.
Cesuur.
Er is een bom gevallen. De Sinterklaasbom. Moet ook wel lukken, gisteren nog op de ingangsdeur van een kerk hier in Burgos de legende van de goedheilige man uitgebeeld gezien, bijna precies zoals ik mij herinner uit een vertel-diamontage van in het eerste leerjaar (zie foto). Deze bom viel om precies14 u 47. Dat is natuurlijk het moment dat broerlief met een grote smile door ons bungalow-vensterraampje naar binnen keek. Man man man, zo'n overvloed aan geschenkjes, brieven, snoeperijen en hartverwarmertjes... alles samen toch zo'n goeie twintig kilo... Het zal dus een heel strenge selectie met een bezwaard hart worden. We krijgen zowaar de tranen in de ogen met zovele uitingen van sympathie en ondersteuning.
Dankjewel, dankjewel allemaal!!!
Ik  hou hier eventjes op, we moeten dringend nog veel bijpraten en de tijd gaat ongenadig vooruit.
Een blitsbezoek gisteren bracht ons tot bij de kathedraal in Burgos. Onbeschrijfelijk ....
De portaalpoort van de San Nicolaskerk ... wie heeft ook een herkenningsmoment uit de kindertijd?
de Sinterklaasbom: teveel goedheid en attenties 
Een nieuwe ontmoeting ... met oude bekenden.

vrijdag 27 september 2013

De witte fonteinen

Burgos is binnen. Binnen bereik dan toch op zijn minst! We zijn aangekomen op de camping Fuentes Blancas, waar we morgen na de middag broer Toon en Katrien met hun twee bengels Luka en Twan hopen te verwelkomen. Zij staan aan het begin van een epische tocht, waarbij ze  ergens in het voorjaar 2014 in het zuiden van Marokko zouden willen terechtkomen en tegen het einde van de zomer terug in het moederland. Wie meer wil weten over hun drijfveren, hun dromen en de uitvoering ervan, kan dat door hun blog te bekijken op toonkatrienlukatwan.blogspot.be, een aanrader!
Wij zijn intussen afgezakt tot net voor Burgos. Een makkelijke etappe, ondanks de klim naar opnieuw 1100 m en ondanks het helse nachtelijke uur, maar daarover straks meer. De albergue waar we gisteren onze intrek genomen hebben wordt gerund door een broer en zus. Misschien moet ik zeggen: "Door een zus en broer", want volgens de man (hij heeft het uiterlijk om Luiz-Fernandez te heten, maar dat weet ik natuurlijk niet), is zij 'El capitán'. We delen een kamertje met twee Fransen en een Spaans koppel in een stapelbed met afgrijselijke matrassen. Afgrijselijk omdat je de veren die erin zitten zelfs kan tellen door er gewoon op je buik op te gaan liggen. Daartegenover staat dat Luiz-Fernandez en zijn zus schatten van mensen zijn, die hun tijd nemen om hun gasten terwille te zijn en daar zichtbaar van genieten.
Gisteren, na de middag maken we een korte wandeling door het piepkleine dorp Agés (dat toch minstens drie goed met pelgrims gevulde albergues bevat) en ontmoeten er vele bekende gezichten, waaronder Morgan en haar pa Don, Inge en even later Andreas, die onder hetzelfde dak blijkt te verblijven als wij zelf. Agés wordt hiermee in één klap een soort thuis. De kleine kamer kan een goeie nachtrust betekenen, we liggen om negen uur al tussen de lakens. De kamergenoten doen hun best om stil te zijn en al gauw komt het zandmannetje voorbij. Maar rond kwart voor één wordt ik wakker met een hevige pijn in de maagstreek. Ik zie alle mogelijke doemscenarios de revue passeren... Misschien nog bellen naar Toon, hij vertrekt over exact twee uren. Misschien 112 bellen? Misschien morgen een taxi naar Burgos en naar de kliniek om dan de verzekering in te zetten? Ik maak Mieke wakker voor een pijnstiller en samen zitten we een half uur in de gang, licht wanhopig. De pijn trekt weg en de rust keert terug. 's Morgens zegt Andreas dat hij ons heeft gehoord... tja, kan best hoor.
Uiteindelijk verloopt de wandeling deze morgen vlot. We laten een steentje achter bij het kruis op de bergkam, die we oversteken. Een steentje voor Herman, die binnenkort een onrustwekkende hartoperatie moet ondergaan. Het allerbeste, Herman, we duimen voor je!
Fuentes Blancas is een vrij rustige camping. In het volle zomerseizoen is dit misschien anders. Jammer dat voor morgen en overmorgen regen wordt voorspeld. In elk geval gaan wij straks nog even de stad verkennen, het schijnt de moeite te zijn! Intussen kijken we met een groeiend verlangen uit naar morgennamiddag.
Elk dorp waar we voorbijkomen heeft één of meerdere waterpunten ten behoeve van de pelgrim. We maken er dankbaar gebruik van.
Een steentje voor Herman bij een kruis bovenop een bergtop
Achter de berg zien we Burgos in de verte, nog zo'n tien kilometer te gaan.
Aangekomen bij de camping Fuentes Blancas (witte fonteinen).

donderdag 26 september 2013

De top komt na het dal.

Wie gisteren een beetje tussen de regels las, zal zich misschien afgevraagd hebben of het allemaal niet wat teveel aan het worden was: de vele honderden kilometers in de benen, niet aan voldoende slaap geraken, de ietwat koude Spaanse kermis en de bobbel in de buik daar bovenop. Niet helemaal onterecht, maar nu en dan door een dal moeten is des mensen. Vandaag lijkt dit dal eventjes achter ons te liggen, met dank aan Morgan, een pelgrimvriendelijke albergue,een Spaanse schoonbroer, een skypesessie en een geslaagde namiddagdut. Morgan is een Canadeese jongedame van 29 die, tussen studie en werk, eventjes met haar vader is afgezakt vanuit Newfoundland naar Spanje. We zaten toevallig samen aan de tafel in de keuken van de albergue. Ze was een kaartje aan het schrijven en toen ik daar iets over opmerkte, stak ze eerst haar hand uit, met de boodschap " Morgan, Canada" en antwoordde toen, het begin van een leuk gesprek. Onmiddellijk daarna lukte het om een skypelijn te leggen tussen onderhavige tablet en de computer van mijn ma in Wevelgem. Met assistentie van broer Toon, die daar onze auto kwam ophalen om er vrijdagmorgen richting Spanje mee te rijden. Ma vond mij er wat vermoeid uitzien, maar vandaag zou dat wellicht al niet meer zo zijn. Later op de dag zat Mieke nog bij Morgan, haar vader en een voor mij onbekend Zweeds figuur aan tafel.
Alles lijkt sindsdien weer de goede kant op te gaan. Alleen het slapen in een slaapzaal met luidruchtige kamergenoten is iets wat we niet echt onder de knie krijgen. Maar dit keer zijn we voorbereid: een namiddagdut levert ons de extra slaap die we 's nachts ontberen. Toch zijn we nog de allerlaatsten om ons bed te verlaten deze morgen, het is dan 6.15 u. Voor het eerst krijgen we ook een stevig ontbijt. In deze albergue lijkt men echt wel te weten wat een pelgrim van doen heeft om een dag wandelen door te komen. Niet zomaar wandelen dit keer, we moeten over een top van 1150 m hoogte zien te geraken. We starten weliswaar op een kleine 800 m, maar toch. Maar wie maalt daarom, de saaie rechte wegen van gisteren maken plaats voor wegen die kronkelen, stijgen en dalen. We gaan door bos en hei en aan de andere kant van de beboste bergen komen we in een landschap dat totaal anders is. De uitgestrekte tarwevelden maken plaats voor een soort savanne-achtig landschap met hier en daar een veld zonnebloemen, als was het om een eigen identiteit voor dit landschap te creëren. We staan ons met open mond te vergapen aan de pracht van de sublieme vergezichten die versierd/ontsierd worden met/door honderden moderne windmolens. Niet helemaal onterecht, want op dit open plateau is de wind een element dat heel nadrukkelijk aanwezig is.
We schieten ons doel letterlijk voorbij, want de voorziene dagbestemming, San Juan de Ortega, verlaten we na 'dos cervezas por favor' en een WC-bezoekje al vlug. We hadden gelezen in onze gids dat de sanitaire voorzieningen in de plaatselijke albergue er te wensen overlaten en verwachtten dat de 60 bedden rapper bezet zouden zijn dan wij er konden geraken. Dus hebben we onze joker ingezet. Die heet Dominiek, is Miekes broer, en heeft (van uit België) met zijn Spaanse flair, overredingskracht en taalkennis een bed voor ons weten te boeken in een albergue 3,5 km verder op de Camino, in het dorpje Agés. Proper geval als je 't mij vraagt, dit is immers de plaats waar ik mij nu bevind en waar Mieke 75 cm boven mijn hoofd voorbeeldig een middagdutje aan het maken is. Ik volg haar goede voorbeeld met onmiddellijke ingang. Tot morgen!
Na een uurtje stappen komt de zon op en krijgen we dit te zien...
Wie dit gekund heeft, is verantwoordelijk voor duizenden échte smiles! Bravo!
Dit houten kader smeekt om een foto, dus maken we er ééntje.
Gewoon te mooi om niet te tonen.

woensdag 25 september 2013

Steeds op zoek

We hebben zojuist ons middagmaal gehad in de albergue 'Cuatros Cantones' in Belorado. We hebben allebei zitten wenen en zitten lachen en dat heeft niet zozeer met de Camino te maken, maar eerder met de setting. We zijn er ons van bewust dat dit hier wel eens ons laatste grote reis samen zou kunnen zijn, want wat er boven ons hoofd hangt is natuurlijk niet direct om vrolijk van te worden. Het zal je niet verwonderen dat de gedachte aan sterven, afscheid nemen, begrafenis dan door je hoofd speelt. Ik heb voor mezelf een verzoeknummertje voor als het zover komt en willen ze nu net dat nummer spelen terwijl we rustig zitten te eten. Mieke weet ervan en dat brengt natuurlijk een boel emotie met zich mee...
Het is eigenlijk het verlengstuk van een dag met een lange, saaie wandeling, hoofdzakelijk langs de nationale weg N120 naar Burgos. Er is weinig te zien langs de weg: uitgestrekte stoppelvelden, hier en daar reeds lang geleden uitgebloeide zonnebloemen en enkele dorpjes die niet echt veel meer te bieden hebben dan een gesloten kerk die dringend een opknapbeurt nodig heeft, een waterpunt en een bar die op een schreeuwerige manier de pelgrims probeert te lokken met Coca cola, San Miguelbier of free Wifi. Bovendien zit het landschap bijna de ganse voormiddag voor een deel verborgen in nevel, mist en wolken. Deze omstandigheden leiden er enerzijds toe dat je hoofd wat leeg geraakt, maar anderzijds ook dat er tijd is om na te denken over wat geweest is, waar we mee bezig zijn en wat komen zal. Dat dit laatste zorgen baart, zal duidelijk zijn, hoewel we willen en moeten geloven dat alles uiteindelijk goed zal komen. Daar hebben we geloof en vertrouwen in. Daar willen we geloof en vertrouwen in hebben. Het tweede -waar we mee bezig zijn- baart ons ook wat zorgen. Precies of we onze draai niet echt vinden, sedert we Spanje zijn binnengestapt. We kwamen deze voormiddag nog eens Inge tegen en hadden het er met haar over. Ze vertelde over haar voorbije nacht: een albergue in een voormalige kerk, waar er een soort wake was waarbij alle gasten in hun eigen taal iets zegden. Een intiem moment en een mogelijkheid om mensen te ontmoeten. Dat was een unieke maar jammer genoeg ook een zeldzame ervaring. Mensen ontmoeten ... het gebeurt te weinig en we hebben het gevoel dat het te maken heeft met de grote hoeveelheid pelgrims op de Camino. Maar we moeten niet wanhopen. Naarmate we verder trekken worden de gezichten vertrouwder en de drempel om een gesprek aan te knopen kleiner, behalve misschien tegenover de mensen die in groep optrekken, die 'ploeteren' verder in hun eigen kleine kringetje en voor hen lijken de andere pelgrims soms niet meer dan een vervelende bijkomstigheid op hun eigen heroïsche tocht naar Compostella...
Lange rechte wegen langs de N120. Saai voor ons, ook saai voor jullie wellicht. Het is niet anders...

dinsdag 24 september 2013

Kippen in de kathedraal

Een gezin, vader moeder en zoon, zijn op weg naar Santiago. Ze houden halt in deze stad en logeren in een herberg, alwaar de dochter des huizes verliefd wordt op de zoon, maar ze wordt afgewezen. Uit wraak daarvoor verstopt ze een zilveren beker in de bagage van de jongen en de dag nadien wordt de 'diefstal' uiteraard vastgesteld. Men vindt de beker bij de jongen en hij wordt ter dood veroordeeld en opgehangen. In diepe rouw willen de ouders hun kind gaan groeten op de plaats des onheils en merken dat hun opgehangen zoon nog in leven is. Hij zegt hun dat het Santo Domingo is die hem in leven houdt. Ze spoeden zich naar de plaatselijke gezaghebber en vertellen wat ze hebben gezien. De man antwoordt dat hun zoon al net zo levend is als de gebraden kip en haan die op zijn bord liggen, klaar om verorberd te worden. Waarop de kip en de haan prompt weer veren krijgen en vrolijk beginnen rond te huppelen... Tot op heden is er in de kathedraal een hok met een levende haan en een levende kip.
Een mooie legende op de Camino. Het mirakel wordt toegeschreven aan Santo Domingo - de heilige Dominiek. Dat is een kluizenaar, die in de elfde eeuw, toen de Camino al enkele eeuwen 'in de mode' was, een brug over de rivier Oja bouwde om de weg naar Santiago voor de pelgrims te verbeteren. Naderhand bouwde hij ook nog een rustplaats en ontstond er op die plaats een dorp, dat later stad werd en nu bekend is als Santo Domingo de la Calzada. Dat is ook de plaats van waaruit dit blogbericht vanuit mijn hersenkronkels de wijde wereld in gaat. We zijn gelogeerd in een gebouw dat 'Casa del Santo' (Huis van de heilige) heet en waar men echt alles in het werk stelt om het de pelgrim naar de zin te maken. Wifi is niet eens het leukste in deze context, er staan rijen luxezetels (ik kan de tijd niet zeggen dat we nog in een echte zetel zaten), er is zelfs een toestel dat je voeten kan masserenl. En heel vriendelijke mensen. Santo Domingo mag fier zijn op zijn stad.
Hopelijk is de nacht even comfortabel, want we hebben wel wat problemen om aan voldoende slaap te geraken. Vorige nacht hadden we omwille van die reden een kamer van twee gevraagd en daar weeral iets meer voor betaald, maar nu was er zo'n ouwerwetse, met glas ingelegde, weliswaar mooie, maar totaal inefficiënte deur. Telkens iemand 's nachts door de gang naar het toilet ging, hoorden we dat niet alleen, maar werden we in de schijnwerpers gezet door het licht dat automatisch in de gang aanfloept. Niet echt slaapbevorderend. Bovendien was er een groep Spanjaarden die het nodig vond om rond vijf uur op te staan en niet echt zijn best deed om in stilte te vertrekken. Ergernis komt ook voor op de Camino!
Verder valt niet zoveel te zeggen over de etappe van vandaag. Ze was langzaam stijgend en ging over van Rioja wijngaarden in uitgestrekte tarwevelden naar het einde toe. Daartussen een immens golfterrein midden een soort moderne spookstad. We vermoeden dat het een goed voorbeeld is van de vastgoedbubbel in Spanje. Mooie woongelegenheden, maar meer dan de helft staat leeg en te koop.
Over van wijngaarden naar tarwevelden ... van wijn naar brood!
Een moderne spookstad. Gevolg van de vastgoedbubbel in Spanje?
Een heilige met een kip en een haan aan de voeten.... Dat moet Santo Domingo de la Calzada zijn!
Neeneen, geen elektrische stoel, maar een welverdiende voetmassage!

maandag 23 september 2013

Ierse geschiedenis en Spaanse geografie

Misschien komt er wat sleet op de dagdagelijkse routine van opstaan, een deftig ontbijt proberen te vinden, stappen stappen pauze stappen stappen, een overnachtingsplaats zoeken, eten en de dag verder opvullen met wassen, bloggen, mailen, stadsverkenning en dies meer. Misschien lijken de dagen iets te veel op elkaar en moeten we één en ander eens anders aanpakken, al was het maar om nadien iets te kunnen zeggen in de zin van "Ah, dat was de dag toen we puntje puntje puntje." Toch zijn er vandaag natuurlijk dingen geweest: zo zijn we Inge uit Bertem weer tegen het lijf gelopen en hebben we Andreas gezien...
Maar even beginnen bij het begin. Dat is gisteren, toen we na de plichtplegingen van inchecken, wassen, bloggen, eten enz.... nog even het plaatsje Navarrete verkennen en het zot in de kop krijgen om de heuveltop er achter op te klimmen in de brandende zon. Met de reeds half verwachte beloning van alweer een ongeëvenaard uitzicht. Ditmaal volledig rondomrond, je staat op een heuveltop in het midden van een bekken van 50 kilometer doormeter en daar rond zie je overal de bergen. Aan de oostelijke kant de vallei van de Rio Ebro, maar het zou evengoed de Colorado in Arizona kunnen zijn, het ziet er echt uit als Grand Canyon.
We brengen de nacht door in een tweepersoonskamer van een private Albergue. 's Avonds hebben we nog een aangenaam gesprek, met Patrick (zeg 'Pettrwik'), een Ier (of wat dacht je?) met pijnlijke voeten. De man vertelt ons de halve geschiedenis van zijn eiland met details, namen, jaartallen en anecdotes incluis. Ik had maar niet moeten zeggen dat België constant onder de voet gelopen werd door Romeinen, Franken, Oostenrijkers, Spanjaarden, Boergondiërs, Fransen, Nederlanders, Duitsers enz... Hij wou aantonen dat zij óók wel een geschedenis hebben. Bovendien zijn Ieren volgens hem geschiedenisfreaks: "Als er in Rome ooit twee Ierse honden tegen elkaar gevochten zouden hebben, dan zouden we dit willen weten. Met namen, data en verloop van de strijd..." His words.
Vanmorgen hebben we de tijd om wakker te worden en rustig te gaan ontbijten. Maar er zijn blijkbaar meer pelgrims in Navarrete dan we dachten, want in het nabijgelegen ontbijtrestaurant we moeten ons tevreden stellen met vier oudbakken minicroissantjes en een stuk aardappelomelet. Gelukkig is er ook een bakker open en daar kopen we vier échte, stevige, goedvullende en verse croissant (die we dan overigens niet helemaal opkrijgen).
Onderweg zien we de wolkenband boven de bergketen in het noorden, de Cordillera Cantabrica. We zien, zoals gezegd, ook Inge terug. Ze heeft net als wij eergisteren in Villamayor de Monjardin bot gevangen bij het zoeken naar een slaapplaats, maar is in plaats van verder te gaan, teruggekeerd met de taxi. Kranige meid, hoewel je dat op het eerste gezicht niet zou zeggen. De Rioja wijnvelden en de zuidelijk gelegen bergketen Sierra del Moncayo domineren deze eerder korte etappe. We kijken uit naar komende zaterdag als we Toon en Katrien en hun twee kadetten ontmoeten. Én het PAG-pakje in handen krijgen! Én twee speciale hesjes, waarover ik nu nog niks kan zeggen...
¡Hasta luego!
Dit zijn geen twee aan elkaar gekleefde foto's, maar een zicht op de Rioja-wijnvelden met daar achter de ingesneden vallei van de Rio Ebro.
We hebben geen ervaring, maar vermoeden dat de oogst rijk zal zijn. Maar waarom gooit men zoveel trossen zomaar op de grond? Wie kan het ons zeggen?
Een leuke verassing onderweg: een rustplaats met water- en zelfs elektriciteitsvoorziening.
Het retabel van de kerk in Navarrete is met voorsprong het indrukwekkendste dat we tot nu toe zagen.

zondag 22 september 2013

Ierland-Israël 1-0

Een wat vreemde wandeling vandaag. Net nu we het beginnen gewoon te raken om horden andere pelgrims te ontmoeten, was dat vandaag niet eens een tiental... Waar zijn ze plots allemaal heen? Houden ze de zondag in ere? Zijn wij te laat vertrokken uit Viana en zijn ze ons allemaal voor? Hebben we een verkeerde weg genomen? Of zijn ze misschien allemaal naar huis? Het zijn allemaal vragen waar ik met behoorlijke stelligheid "neen" kan op antwoorden, zij het voor de laatste vraag dan niet helemaal volmondig. We hoorden van enkele mensen dat hun tocht dit jaar ophoudt in Logroño en van anderen dat dit in Burgos het geval zal zijn. De Camino lijkt stilletjes aan leeg te lopen...
Natuurlijk zijn er nog andere mensen die doorgaan tot in Compostella: de twee Koreaanse meisjes bijvoorbeeld. (Dat denk ik toch, want van communicatie met hen komt niet veel in huis aangezien ze geen enkele Europeese taal lijken te spreken, ze kunnen wel mooi glimlachen.) Je komt immers niet van de andere kant van de wereld om slechts een stukje Camino te stappen! Of de Israëlis en het Poolse meisje, die deze nacht op dezelfde kamer lagen, van hen weet ik het zeker, want zij spreken Engels. De Ieren spreken ook Engels, zij het soms heel moeilijk om te begrijpen, maar we menen toch zeker te weten dat ze deze avond nog op een vlucht naar Dublin zitten en morgen in de Ierse regen naar hun werk gaan.
Tussen de Ieren en de Israëlis was het deze nacht wat hommeles overigens. Probleempje van willen slapen, maar niet kunnen door aanhoudend gesnurk. De mannelijke helft van het Ierse paar kon daar goed weg mee... Hij is een zeer aimabel man, maar je slaapt beter in een andere kamer. Mijn oordoppen hadden hetzelfde effect op het gesnurk als dat van een vliegenmepper op een neushoorn. Op zeker moment van de nacht roept de Israëli luid "How will I ever be able to sleep?" In de stille vijf daar opvolgende minuten wellicht val ikzelf in slaap... En verdwijnen de Israëlis naar de keuken voor een tweetal slapeloze uren. Dat laatste hebben ze me deze morgen verteld.
Geen wonder dat de 22 eerder vlakke kilometers van deze voormiddag toch lastig lijken. Zoals in het laatst gewijzigde plan stappen we deze morgen door de stad Logroño, die midden in de fiësta zit. We lopen door straten, bezaaid met plastieken bekers en half lege plastieken flessen, stinkend naar verschraalde wijn en urine. Stadswerkers gaan de troep te lijf met stevige waterkanonnen. Wij laveren er tussendoor, minutieus de gele pijlen van de Camino volgend. En passant even de "Santiago de Compostella"- kerk binnen, waar een bord koekjes en een kroes wijn de pelgrim een symbolische versterking willen bieden. Mooi.
We eindigen in het stadje Navarrete, waar we in een private albergue voor acht extra eurootjes een eigen kamer krijgen en meteen ook de zekerheid om geen snurkende Ieren in de buurt te hebben vannacht.
Op stap gaan met een opkomende zon is bijzonder charmant. Gelukkig zijn we september en kan dit op een aanvaardbaar tijdstip van de dag.
De Camino kan ook zomaar, zonder voorbereiding, gewoon genieten zijn.
Toch even kijken bij thuiskomst of we een flesje Don Jacobo op de kop kunnen tikken. Let ook even op de afstand naar Santiago ... we komen beetje bij beetje toch in de buurt!
De altaarstukken lijken pestigewerken waarmee kerken elkaar willen overtroeven. Hier in de kerk van 'Santiago el Real' staat Sint-Jacob de Meerdere centraal als pelgrim.

zaterdag 21 september 2013

Alle Chinezen

"Met alle Chinezen, maar niet met den dezen!" Dat was ongeveer de aard van onze gedachtengang toen we deze morgen op stap gingen. Op stap, ja.... We kunnen het niet laten. Ondanks de plannen om de dag in Los Arcos te blijven, zijn we toch weer wat opgeschoven richting Compostella. Anders zouden we morgen een etappe hebben van 27 kilometer naar Logroño, met als gevolg dat we er niet al te vroeg zouden aankomen en dus een slaapproblemen konden krijgen. Oplossing: we stappen naar het volgende dorp, Torres del Rio, en dan hebben we nog een kleine 20 kilometer over tot Logroño. "Strak plan", zou Jolien zeggen. We nemen rustig de tijd om te ontbijten en brengen nog een bezoekje aan de albergue 'Isaac del Camino', die door Vlamingen gerund wordt, maar gisteren dus 'plein vol completo'
Al bij al zijn we nu goed en wel gelogeerd in een gemeentelijke herberg en delen de kamer met een koppel Israëlis en een koppel Ieren.  Wedden dat Miek nu stikjaloers is (dat is ze toch al en hele poos, maar nu nog meer). Over de etappe van vandaag valt niet zo heel veel meer te vertellen. De vergezichten blijven adembenemend -heel in de verte konden we nog even de toppen van de Pyreneeën zien achter ons, het gebergte waar we nu doortrekken zijn geen Pyreneeën meer- en de stoet mensen ellenlang, alleen begint het ijs wat te breken. De vreemden worden wat minder vreemd, zelfs al hebben we ze nog nooit van ons leven ontmoet. Zo stapten we vandaag een paar kilometer op met Stephany, ook een Ierse, moeder van twee kindjes en die ieder jaar met enkele jeugdvriendinnen een stukje Camino loopt. Heerlijk om naar elkaars verhaal te luisteren en om je eigen verhaal kwijt te kunnen. Velen zijn onder de indruk van het feit dat wij uit België vertrokken zijn, want bijna iedereen op de Camino Frances start in Saint-Jean-pied-de-Port. We zagen op het einde ook Irn (niet Irwin dus, zoals ik gisteren schreef) en Emily terug. Alsof we elkaar al jaren kenden. We kwamen nog te weten dat Emily Chineese is, dat konden we al vermoeden, maar ze is er ook geboren. We wensten elkaar 'A good day, a good way and a good life'. Je gaat er immers telkens van uit dat je elkaar nooit meer terugziet... En toch voelt dat niet erg aan. Het geschenk om elkaar te kunnen ontmoeten is immers veel groter dan de pijn om elkaar niet meer te kunnen zien. Strak, nietwaar?
Voor ons uit loopt een groepje Ierse schoolvriendinnen die elk jaar een stukje Camino afwerken. Stephany is de rechtse. De middelste heet NIET Myriam!
Een akker als een Japanse tuin. Spaanse boeren hebben zin voor esthetiek!
Een laatste 'Au revoir' aan de Pyreneeën, al meer dan 100 kilometer achter ons intussen?
Wedden dat Don Quichotte zich helemaal thuis zou voelen in het moderne Spanje?

vrijdag 20 september 2013

De Camino zit vol.

Vandaag hebben we bijna het authentieke Jozef-en-Maria-gevoel. Je weet wel: alle herbergen zijn vol. Vervelende situatie is dat en dan nog te bedenken dat er toen geen GSM, geen internet en geen taxi's waren. En dat Maria bovendien een kindje verwachtte. Bij ons is dat een kleinkindje, twee zelfs, maar volgens mij is dat niet helemaal hetzelfde. Maar ik draai de klok eerst even terug naar gisterenavond, waar we in een grote en goed ingerichte albergue kennis maken met Inge uit Bertem (bij Leuven). Er zijn dus nog Vlamingen op de Camino. Aan tafel maken we kennis met Ron uit Canada, met Paul en zijn zoon Matthew uit Tasmanië (Australië) en met een dame uit Zwitserland en een groepje jongeren uit Nieuw-Zeeland. Leuke gesprekjes, weliswaar vrij oppervlakkig, maar je moet ergens beginnen, toch!
De nacht is vrij rumoerig. Jonge mensen hebben niet de gewoonte om om tien uur stil te zijn en te slapen... en om kwart na vijf zijn er al geluiden te horen van mensen die inpakken. Als om zes uur de lichten aangestoken worden zitten de eersten al klaar om te kunnen vertrekken. Gekkenwerk! Het is nog meer dan een uur stikdonker. Wij beginnen dan ook maar in te pakken, we ontbijten en zijn om zeven uur stapklaar. De hemel in het oosten begint vaag op te lichten en we zetten er meteen de pas in. Wellicht door de meer dan vijftienhonderd kilometer die we al in de benen hebben, lijkt ons tempo aan de hoge kant. Het landschap wordt merkbaar droger en we zien de eerste wijnvelden van de beroemde Rioja-wijnen. We krijgen weidse vergezichten, met mooie dorpjes op heuveltoppen te zien, we worden er zowaar lyrisch bij en de deuntjes galmen door de valleien. De mensen die we onderweg zien zijn dikwijls dezelfde als de vorige dagen en er treedt herkenning op.
Om twaalf uur al zijn we in Estella, onze dagbestemming. Te vroeg om al te eten en zeker om een Albergue binnen te gaan. We bezoeken er de mooie kerk met het romaanse klooster en trekken verder tot Ayegui, waar een refugio municipal zou zijn. Maar dat is een tegenvaller. In een sportzaal op een open platform staan een derdtigtal bedden. We besluiten om verder te gaan tot in Villamayor de Monjardin, een zevental kilometer verder. Dat zou resulteren in een dagtrip van 32 kilometer, maar dat is nog steeds haalbaar. Alleen ligt Villamayor de Monjardin zo'n 350 meter hoger en de weg daalt ook regelmatig. Kun je nagaan dat we niet erg fris meer waren toen we er aankwamen. En dat enkel om te horen dat alle plaatsen in de albergues vol zaten...
Gelukkig waren er Emily uit Canada en Irwin uit Ierland. Zij zijn net voor ons aangekomen, hebben ook bot gevangen en hebben een taxi gevraagd naar de volgende stopplaats, Los Arcos. Zonder te weten of er plaats zal zijn, gaan we mee in de taxi. De (vrouwelijke) taxichauffeur zegt dat ze wel twee matrassen in haar keuken kan leggen... Tja, als het echt niet anders kan. Uiteindelijk belanden we met zijn vieren in een overvolle privé-albergue. Ikzelf neem de matras op de vloer, Mieke, Emily en Irwin hebben nog net een bed. De Camino zit vol... overvol.
Nu zitten we dus reeds op het eindpunt van de etappe van morgen. We nemen het er eventjes van, want volgende week zaterdag hebben we een afspraak met Toon en Katrien in Burgos...
Het dorp Cirauqui baadt in het licht van de zon, die net over de achterliggende heuvel komt piepen.
Vandaag worden we wederom vergast op weergaloze vergezichten...
We wisten dat ze zou komen, maar hadden ze nu nog niet verwacht: de fuente de Irachi. Het is een gebaar van de Rioja-wijnhuizen aan de pelgrim: een kraan waaruit je zomaar wijn kan tappen.
Zomaar langs de weg: een ingangspoort van een privé-woning, vol met Camino-symboliek. Let ook op de figuurtjes boven op het volle poortgedeelte én op het mandje met vijgen linksonder.

donderdag 19 september 2013

Goed bezig.

Je wordt uitgenodigd voor een mentale oefening: stel je twee cirkels voor die elkaar raken. Neem nu van de eerste cirkel het voorste en van de tweede cirkel het achterste deel weg. Je hebt dus twee halve cirkels die buik-aan-buik staan. Nu neem je ook nog de bovenste helften van beide halve cirkels weg. Wat overblijft is zo ongeveer het dwarsprofiel van onze wandeling van vandaag: een steiler wordende klim naar een top in het midden en een zwakker wordende afdaling naar de eindmeet in Puenta la Reina met een hoogteverschil van zo'n 400 meter. Maar hier ook geldt dat het uitzicht op de top de klim ruimschoots de moeite waard maakt.
We vertrekken deze morgen na een lekker ontbijt op zijn Spaans in een nabijgelegen hotel. De dag hangt in de lucht en de mensen op straat zijn gehaast om op hun werk/school te geraken. Het zenuwslopende verkeer aan de rand van de stad staat in schril contrast met de geest van de Camino en toch trekken tientallen pelgrims door die zenuwachtige stroom heen. Gelukkig maar voor enkele kilometers, want dan wijzen de pijlen van de Camino weg van de asfaltwegen, langzaam in de richting van de berg die vandaag moet beklommen worden. Op Google Earth hadden we gisteren al gezien dat het pad eigenlijk over een doorgang tussen twee hoge toppen loopt. Op de pas zelfs staat een schitterende installatie met gietijzeren figuren die pelgrims voorstellen. (zie op de foto's)
De aankomst op die top is zo mogelijk nog indrukwekkender dan op de pas van Lepoeder in de Pyreneeën, want je hebt een verzicht van quasi 360 graden. We voelen ons enorme gelukzakken dat we dit allemaal mogen beleven, meer nog zelfs dan de honderden collega-pelgrims die in Saint-Jean-pied-de-Port gestart zijn, want zij hebben enkel de ervaring van de massa-pelgrim. Als we in een kort gesprekje met iemand laten blijken dat we in België vertrokken zijn en dat dit onze éénenzeventigste dag is, dan worden grote ogen opgezet. Toen we hier in de refugio aankwamen, maakten we kennis met een groepje jonge Nieuw-Zeelanders die hier nu hun vierde dag op stap zijn. Afgepeigerd, met de voeten omhoog en een rood gezicht proberen ze weer mens te worden. Ze kunnen haast niet geloven dat we al zo lang op stap zijn, vragen ons hoe het dan wel zit met ònze voeten, als die van hen na vier dagen al zo' n pijn doen...
Zo begint dit deel van de tocht mij ook te bevallen. Alhoewel de Camino hier business is, zijn de mensen die hem stappen één voor één de moeite waard. In het begin voelden we ons verloren in de massa, maar na een aantal dagen begin je mensen terug te zien, gesprekjes aan te knopen, voornamen uit te wisselen enz... later zien we een aantal van die mensen terug en is het alsof we oude bekenden ontmoeten. Zo is dit nu al met Andreas uit Keulen, die we voor het eerst zagen in Crozant, dit was op 20 augustus. Eergisteren voor het laatst, maar het weerzien wordt telkens een stukje hartelijker. We zijn goed bezig! (Allez, dat vinden we toch zelf!)
En zeggen dat het 'in het echt' nog zoveel indrukwekkender is.
Op de Puerta del perdon vind je dit prachtige kunstwerk dat een ode aan de pelgrim moet voorstellen.
Onverwacht, maar niet te versmaden: verse amandelnoten.
De brug (puenta) van Puenta la Reina is in het verleden de inzet van vele veldslagen geweest.

woensdag 18 september 2013

Een dagje cultuur

We hadden afgesproken om vandaag niet te veel te stappen om onze voeten de nodige rust te kunnen geven. We nemen dus heel plichtsbewust de bus om het stadscentrum binnen te trekken, want dat is toch op zo'n 2 kilometer van het hotel. Gewapend met een plattegrond van dat centrum trekken we van de ene bezienswaardigheid naar de andere: de vestingmuren met een helemaal intacte citadel, de stierenvechtersarena, de kerken, standbeelden, parken, pleinen en vooral de Estafeta: het parcours van de jaarlijkse stierenloop waar je ook de figuur van Hemingway steeds opnieuw ontmoet.
In twee van de drie kerken waar we even binnenlopen, zijn misvierigen aan de gang. We blijven kort even meebidden - in het Spaans is het wat moeilijker om volgen - en in de kerk van San Nicolas gaan we naar de communie. In de kerk van San Fermin kunnen we niet eens binnen, maar we horen dat ook daar een misviering bezig is. Nogal intensief, voor een doordeweekse woensdagvoormiddag, vinden we. De kerk van San Lorenzo en ook deze van San Saturnino, die we gisteren al bezochten, hebben een allervreemdst grondplan: er zijn twee gelijkwaardige vleugels in L-vorm met elk vooraan een altaar. Het is alsof er twee missen tegelijk kunnen doorgaan...
Verder ontmoeten we een pak pelgrims, die we allemaal een 'Buen Camino' wensen en van wie we morgen misschien het pad zullen kruisen.We voelen ons een beetje naakt zonder rugzak en vooral zonder onze schelp, die onze ware identiteit, de reden van onze aanwezigheid, alsook ons eerder haveloos voorkomen verduidelijkt. De toeristische rondgang, de zoektocht naar een adequaat middagmaal en naar wat ravitaillement zorgen er uiteindelijk voor dat we toch meer kilometers in de benen hebben dan we onszelf hadden voorgenomen. Een stop in het Officio del Turismo met een Skype-sessie met Jolien en Miekes ouders maken de dag helemaal goed. Straks nog even naar de wasserij om de hoek, waar we alle spullen die we vandaag niet aan het lijf hebben, gisteren binnenbrachten, met nog een ommetje langs het Yamaguchi-park hier vlakbij. De wandeling naar het hospitaal zal niet meer nodig zijn, want de port-a-cath is gisteren direct en met succes gespoeld. We zijn weer helemaal klaar voor een dag of tien stappen door Spanje. Tot in Burgos dit keer, waar we Toon, Katrien en hun kids hopen te ontmoeten. We kijken ernaar uit!
Het opschrift 'Euskal herria' is overal te zien. Herria betekent 'vrij'; Euskal is 'Baskenland'
Een nieuwe ontmoeting ... Pintje drinken met Ernest Hemingway?
Overal langs de Estafeta vind je deze haast belachelijke souvenirswinkeltjes, we laten ze links liggen.
Eventjes verpozen/poseren in het Yamaguchi-park