Over deze blog

Een blog krijgt telkens het recentste bericht bovenaan. Als je dus van het begin af aan wil lezen moet je met het onderste bericht op pagina 1 beginnen. Er staan in deze blog telkens tien berichten per pagina.

zondag 30 juni 2013

Dankbaarheid in het meervoud.

Verrassend eigenlijk hoe een verhaal op het web totaal vreemde mensen beroert. Wij geven nog altijd de voorkeur aan de vriendschappen en contacten “in levende lijve”. Maar we stellen vast dat ook via de elektronische weg ontmoetingen plaats vinden en mensen de steun kunnen vinden die ze zo hard nodig hebben. Hadden wij ooit kunnen vermoeden dat wij voor zoveel mensen buiten onze familie en dichte vriendenkring een bron van energie kunnen zijn? Het mooie is echter dat heel vele mensen dat ook laten weten. Dat zovele mensen vertellen dat zij ons steunen en ons het allerbeste toewensen. Zo laten al deze mensen ons telkens weer weten “jullie staan er niet alleen voor”. Hadden wij ons verhaal echter voor de buitenwereld verborgen gehouden en angstvallig verzwegen dan zou deze warme keten van wensen en wederwensen, van steunbetuigingen en bemoedigingen nooit tot stand zijn gekomen. Zelfs de “wonderbaarlijke” broodvermenigvuldiging zou er nooit gekomen zijn als niemand gevolg had gegeven aan de oproep om alle mensen te eten te geven.
Lieve mensen, al jullie mailtjes, berichtjes op welke manier dan ook, zijn voor ons een hart onder de riem. Een teken dat mensen om elkaar geven, dat onze wereld nog boordevol warmte zit (al schijnt de zon veel te weinig).
Nu staan we hier, aan de vooravond van ons vertrek, een beetje ongemakkelijk door de aandacht dat ons project gekregen heeft. Maar één ding hebben we alvast geleerd: er bestaat een kracht die je vooruit kan stuwen. Die kracht hebben we gevonden in de mensen rondom ons en we geloven erin dat God deze kracht in de mensen legt.
De laatste dagen ontvingen we vele aanmoedigingen en steunbetuigingen. Omdat we ze niet allemaal meer persoonlijk kunnen beantwoorden willen we via deze weg iedereen daar nog eens heel stijf straf voor bedanken. (Mieke)
tja...

Geen loodjes maar bommetjes

De laatste loodjes zijn geen loodjes. Het zijn energiebommetjes die ons vleugels geven en van de laatste dagen onder eigen dak een inwendig feest maken. Mensen sturen kaartjes, wensen ons een behouden reis, geven intenties mee of gewoon een stevige knuffel. We lopen nogal in de kijker, wat een dubbel gevoel geeft: aan de ene kant een zekere voldoening vanwege de appreciatie, maar anderzijds ook veel drukte en het gevoel dat je gelijk hoe tekortschiet in dankbaarheid. We hebben geen keus en moeten het over ons laten komen, maar het is zeker niet met tegenzin!
Vrijdag was er kampeerweekend bij broer Bart in Wevelgem. We zijn er te voet en in ‘vol ornaat’ naartoe getrokken. Een gezellige boel aldaar, waar Capelles en Heytens toch iets beter vertegenwoordigd waren dan Hanssens (niettegenstaande dat we een numeriek overwicht en een thuisvoordeel hebben!). Soit: het was er een gezellige boel en een geslaagde manier om alles nog een laatste keer uit te testen. Inclusief een tent opzetten en afbreken bij regenweer en er een regennachtje in doorbrengen. Droog weliswaar. Kenmerkend en bemoedigend aan dit exploot was de ontmoeting met een jongeman in Lauwe die ons voorbij zag stappen, onze schelp herkende en vroeg wat de plannen waren. Na een korte uitleg hadden we al meteen onze eerste uitnodiging op zak voor een gratis overnachting en een gezellig avondmaal met uitwisseling van ervaringen. De jongeman in kwestie had de tocht al met de fiets gemaakt en was vol vuur om erover te vertellen. Jammer dat het niet meer in ons schema kon passen, maar wel bemoedigend om te zien hoe deuren open gaan met een simpele schelp.
Een ingetogen momentje: de pelgrimszegen.

Zaterdagavond was er een ingetogen moment. In de avondmis zingen we mee met JoPa in de vakantieviering en op het einde ervan krijgen we de pelgrimszegen van priester Michel en ook de eerste stempels in ons pelgrimsboekje. Het doet een beetje onwennig aan, want dit hadden we eigenlijk allemaal niet ingecalculeerd. We hadden ons voorgesteld dat we onze laatste dagen op het gemak zouden doorbrengen en om dan dinsdagmorgen in alle rust te vertrekken. Maar veel mensen vragen ons wanneer we precies vertrekken en beloven ons te komen uitzwaaien. Ook goed, en met veel graagte, maar het hoeft niet. We zullen gelijk hoe op onszelf zijn aangewezen gedurende de komende maanden. De drukte laten we achter ons, maar ook de luxe van onze woonmachines. De volgende blogpost zou moeten komen van ‘ergens onderweg’. Dinsdag wellicht niet, want dan zijn we nog niet eens in Doornik en moeten we ons behelpen met onze tent in het plaatsje Esquelmes. Enfin, je merkt het wel.
Praktisch nog dit: gisteren is gebleken dat mensen die zich ingeschreven hebben om deze berichtjes op mail te ontvangen, daar op reageren door gewoon de mail te beantwoorden. Op die manier bereikt dat antwoord ons NIET. Wil je reageren, doe dat dan best op pieter.hanssens@telenet.be of op mie.nottebaere@telenet.be . Waarvoor dank!

We wensen elk die dit leest een heerlijk ontspannende vakantie. Nu, binnen een week of binnen een maand. Geniet ervan! Dat zullen wij zekerlijk ook doen.

donderdag 27 juni 2013

De laatste horde

Marie-Josephe is jarig vandaag. Ik heb het niet over de Marie-Josephe die ook mijn moeder is, maar over een dorpsgenote die we af en toe eens ontmoeten. Ik kwam haar vandaag tegen in de kruidenierswinkel op de hoek. Ze vroeg me of ik haar 'boodschap' gevonden had, maar vertelde ook dat het vandaag haar verjaardag is. (Het zou wellicht ongepast zijn om hier te vertellen hoe oud ze nu geworden is, maar laat ik het er bij houden dat ze qua leeftijd mijn moeder zou kunnen zijn...) Ik viel uit de lucht, maar toen ik thuiskwam vond ik een enveloppe aan de voordeur met daarin een wenskaartje om ons een goede tocht te wensen. Heerlijk toch? Het ziet er echt naar uit dat onze Camino een onderwerp is dat leeft in de dorpsgemeenschap. Wij hadden het tot nu toe zelf een beetje gezien als een extra lange vakantie, maar blijkbaar denken veel mensen daar anders over. Marie-Josephe maakte me vandaag dat duidelijk. Ik moet onwillekeurig denken aan het verhaal dat Frans schreef voor onze dorpskrant. Op een bepaald moment gaat het over een stroom mensen op de roltrap in de 'K' in Kortrijk. "Het leek wel een perpetuum mobile van mensen die elkaar tegenkwamen maar nooit ontmoetten." Dat is op een hele mooie manier gezegd wat wij niet willen meemaken op onze pelgrimstocht.
O ja, wat die pelgrimstocht betreft: hij gaat definitief door! We zijn juist terug van het ziekenhuis voor de laatste controle. De dokter had geen enkel bezwaar dat we zouden vertrekken. De afspraak is dat we niks forceren en dat we terugkeren als er indicaties zijn dat er wat begint te roeren in mijn binnenwerk. Gisteren was er hier nog even paniek toen we een bloedonderzoek van verleden week onder handen kregen waarin er serieus verhoogde waarden van lipase en triglyceriden op te zien zijn. Dat zou te maken hebben met een vernauwing van het pancreaskanaaltje, waardoor de pancreassappen niet tijdig afgevoerd geraken en deels in het bloed terechtkomen. De dokter zag daar niet onmiddellijk gevaar in.
We blijven dus op schema. Binnen vijf dagen keren we onze stulp hier de rug toe en zijn we ervandoor.  Mieke heeft er haar laatste werkdag bij de Deerlijkse firma zopas opzitten, geheel volgens plan. Vanaf nu zijn onze dagen ingepland tot aan haar verjaardag op 10 oktober: de eerste vijf dagen zijn bestemd om alles tiptop in orde te brengen, met uitzondering van een kort bezoek aan 'Camping Gaverstraat' morgenavond. De honderd volgende dagen, van 2 juli tot 10 oktober (zo ongeveer, er zit geen druk op), is het wandelen. Punt.

Nu nog repeteren, straks 'For real'

zondag 23 juni 2013

Klaar

Nog minder dan tien keer slapen nu … de tijd van de laatste keren is gekomen. Zo was het gisteren de laatste keer om te oefenen. Met pak en zak op, naast en over de Kluisberg. En dat na een nachtje in de tent. Er zijn betere omstandigheden, vooral als regen en wind ook van de partij willen zijn. Maar niet geklaagd, een goed bed en een stevig maal zetten veel recht.
In Nederland heeft de dood van Mark Schweitzer heel wat beroering gebracht bij de mensen van de Facebook-groep. Die man heeft echt iets op gang gebracht, maar ikzelf was misschien wat voortvarend om al direct met het idee te spelen om ook op de kar te springen. De reacties die ik kreeg waren ook in die zin: ‘Zorg maar dat je niet te veel hooi op de vork neemt’, ‘Denk  nu maar in de eerste plaats aan jezelf en Mieke’. Wellicht is dat juist en moet ik deze laatste week gebruiken om goed uit te rusten in plaats van een nieuwe last op te nemen.
We voelen er ons klaar voor. Of beter gezegd: we voelen dat we gedaan hebben wat moet. We hebben zo’n 350 km gewandeld, hebben onze rugzak al tweemaal herschikt. De routeplannen zijn klaar, de lijst met ziekenhuizen onderweg ook. We hebben kampeerwinkels bezocht in Antwerpen, Hamme, Lochristi en Kortrijk. We kennen het verhaal van Sint-Jacob de meerdere en de namen van de te bezoeken steden onderweg. (Dat verhaal van Sint-Jacob de meerdere is een pareltje van wat men de mensen kan/kon wijsmaken, lees maar na op de website van het Compostelagenootschap). Er staan zelfs een aantal basislessen Spaans op de tablet om onderweg nog wat verder voor te bereiden. Maar er kan nog zoveel mis gaan, niet in het minst met de interne toestand van mijn buikholte, maar natuurlijk ook met de voeten, de knieën, de rug …. Ik voel af en toe de achillespees waarvoor ik ooit drie weken gipsverband nodig had, ik voel ook de knie die twee jaar geleden geopereerd werd, maar evengoed de andere knie. Mieke wordt tijdens het stappen soms  herinnerd aan de anti-malaria-injecties van 27 jaar terug en ook aan de slechte heupen van haar moeder. Maar anderzijds zien we dan andere mensen die eenzelfde avontuur tot een goed einde brengen. Mensen die geen supermensen zijn. Als zij dat kunnen waarom wij dan niet? Als we na een week al terug thuis zijn, tja, dan is dat zo. We zullen het toch geprobeerd hebben.
Volgende zaterdag de laatste keer in België naar de mis. Toevallig een mis die we helpen verzorgen met JoPa. Onze pastoor vroeg of we het zinvol zouden vinden om een zegen te ontvangen voor we op stap gaan. Natuurlijk, uiteindelijk hebben we de intentie om een kleine vier maand pelgrim te zijn. Dus krijg ik een vijftal minuutjes op het einde van de mis om wat te vertellen over wat ons drijft om deze tocht aan te vatten, waarna we een zegen krijgen. Een ritueel, waarvan ik niet verwacht dat het ons zal behoeden voor tegenslagen onderweg, maar dat van onze tocht wel iets meer maakt dan enkel een heeeeeel erg lange wandeling…

 
Het zwembrilletje heeft alles te maken met het ochtendlijke uur...

woensdag 19 juni 2013

Een doel voor ogen?

Ik ben eventjes van mijn melk. Gisteren heb ik vernomen dat Mark Schweitzer overleden is. De man die met zoveel positieve kracht een kruistocht was begonnen tegen de ziekte die hem in zijn greep had. De man die in drie maanden tijd een fonds van niet minder dan 50 000 euro kon werven om onderzoek te doen naar deze ziekte, met uitbreiding naar andere zeldzame ziektes.  Ik vertelde een tweetal weken geleden over hem en over zijn vriend Don Scheers die naar Compostella wandelde om mee te helpen aan die fondsenwerving. Mark had net als ikzelf een ‘NEC buiten de longen’, maar had wel metastasen in de lever. Hij kreeg het verdict op 31 oktober vorig jaar. Eergisteren heeft hij de strijd moeten staken. Het zet een mens aan het denken.
Mark Schweitzer. Linksboven hangt het zebra-lintje, dat staat voor de strijd tegen NET en NEC
En hier zit ik dan, klaar om naar Compostella te vertrekken. Geschrokken van een realiteit die veraf lijkt maar tegelijk heel dichtbij is. Gisteren kreeg ik van een lieve tante een mail waarin stond dat: ‘… een doel hebben zo enorm belangrijk is in onze omstandigheden’.  Ons doel is Compostella, maar veel meer nog het onderweg zijn ernaartoe en het contact maken met mensen en culturen op de weg ernaartoe. Maar uiteindelijk en wellicht nóg meer een positieve boodschap de wereld in sturen. Ik kan mijn blik nu richten op Compostella, en dat is fantastisch. Maar ik voel me gedragen en gesteund door honderden mensen en dat is nog veel fantastischer.
Toen ik het overlijdensbericht van Mark Schweitzer onder ogen kreeg, was één van de eerste gedachten om mij aan te sluiten bij de beweging die hij op gang gebracht heeft: meewerken aan het fonds dat hij op poten zette. Onze– pelgrimstocht opdragen aan Mark en sponsoring zoeken om het onderzoek naar NEC uit te breiden, want nu gebeurt er heel erg weinig. We zouden ons kunnen richten tot ieder die ons steunt en ons een warm hart toedraagt en vragen om een financiële bijdrage voor het onderzoeksfonds. Ik twijfel. Onze tocht was bedoeld om onze dertigste huwelijksverjaardag te beklinken met een reis naar binnen. Om er nog dertig jaar tegenaan te gaan. 'Iets' heeft deze plannen een ander wending gegeven… en dan nog … als we ons laten sponsoren, kunnen we dat dan niet veel beter doen ten voordele van een derde wereldproject. Misschien kan onze vriend Chay wel een volledige school bouwen in Cambodja met het geld dat we zouden kunnen verzamelen. Daar worden honderden, misschien wel duizenden jonge Cambodjanen beter van.
Moeten we ons laten sponsoren en zo ja ten voordele van welk goed doel?
Wie helpt ons op weg om adequate antwoorden te vinden?
Wie meer wil lezen/zien over Mark Schweitzer en het fonds, kan op onderstaande links klikken:
- Mark Schweitzer in de TV-uitzending met Paul de Leeuw
- persbericht bij opstart van het fonds
- interview met Femke, De vrouw van Mark
- filmpje met waarin Mark wat info over het fonds geeft
Het scholenproject van Chay wordt voorgesteld op deze pagina: vzw Banteay Mean Chey



zaterdag 15 juni 2013

Rugzaktest

Het is heel lang geleden voor mij, maar nu is het terug. Misschien ken je het: dat gevoel van ‘straks is het zover’. Of het nu voor Sinterklaas was, voor het allereerste chirokamp of voor de eerste buitenlandse reis: dat maakt niet veel uit. De laatste keer dat ik het had moet geweest zijn toen we op het punt stonden naar Rwanda te vertrekken. 1983 was dat. Dertig jaren geleden dus. Bijna, want we zijn op 8 november op het vliegtuig gestapt. Intussen ben ik een half leven verder en hetzelfde gevoel is daar terug. Straks is het zover. Straks trekken we de deur achter ons dicht en zijn we ’t gat in. Het gevoel was vandaag sterk, want we zijn voor de eerste keer op stap geweest met onze rugzakken. Wel, eigenlijk voor Mieke was het de tweede keer. Zij had hem woensdag al mee. Die van mij moest nog terug naar de rugzakkenwinkel wegens een constructiefoutje. Dus zijn we donderdag even over en weer gereden naar Lochristi. Vandaag dus het ‘for real’-gevoel. Vanmorgen heeft Mieke alles vakkundig in de rugzakken geschikt en ben ik beginnen experimenteren met alle toeters en bellen die de gloednieuwe rugzak voor me in petto heeft. 12,8 kg los aan de haak. Maar dan zaten de bokes, de appel en de anderhalve literpul water er nog niet in. Die van Mieke 8,2 kg - met dezelfde opmerking. Als laatste de schelp vastmaken en dan … in de auto ermee. De wandeling start ergens in het niemandsland tussen de gemeentjes Hérinnes, Molenbaix en Mont-Saint-Aubert. Al na vijf kilometer wist ik dat wandelen met een stevige rugzak een heel ander verhaal is dan het soortement eendagstoerisme  waarmee  we ons de voorbij weken bezig hielden. We hadden tegelijk gekozen om een paar hellingen in te lassen. Dat hebben de voetjes niet in dank aangenomen, maar we hebben het samen gehaald, die voetjes en ik. Mieke had er blijkbaar wat minder last van, maar voor haar was het al de tweede keer hé. Morgen leg ik de rugzak gedurende 18 kilometer op mijn trekkingkarretje. Eens testen of dat een bevredigender gevoel geeft daar beneden.
En Mister Bobbel ??  Ssstt … hij slaapt!
Op en rond de Mont-Saint-Aubert



zaterdag 8 juni 2013

Enkele kwade dagen

De mensen zijn goedgeluimd want de lente is –eindelijk- in het land, zo’n drie weken voor de zomer begint. Maar misschien geeft dat lentegevoel ook aan Mister Bobbel hernieuwde kracht en is dat de oorzaak van de gewaarwordingen in mijn buik. Misschien heeft hij wel zijn tweede adem gevonden en misschien zet hij zijn destructieve opmars verder. Misschien valt ons Santiagoproject daardoor wel in het water alvorens het goed en wel van start kan gaan. Misschien moet ik deze zomer in plaats van kilometers vreten, cisplatine en etoposide verteren. Misschien ben ik wel veel té optimistisch geweest en zet Mister Bobbel mij nu weer met de voetjes op de grond. Of misschien heb ik gewoon iets verkeerd gegeten en maak ik me zorgen om niks. Misschien moet ik gewoon eens goed slapen en dan weer over gaan tot de orde van de dag.
Teveel ‘misschiens, misschien? Ze hebben er in elk geval voor gezorgd dat de voorbije week maar matig goed was. Een paar kleine krampjes in de maagstreek, een paar ‘winderige’ dagen en een paar nachten met te weinig slaap én een mislukte wandeling in de streek ten zuiden van Doornik hebben de gevoelsbarometer eventjes onderuit gehaald.
Gelukkig zijn die dagen nu verleden tijd en hebben we vandaag een super wandeling kunnen maken. Zelfs de lichte maagpijn die ik nu voel kunnen het zalige en weldoende gevoel van zesentwintig kilometer in open veld en bos niet verdrijven. Een fikse wandeling is dat en ik voel wel vermoeidheid in de voeten, maar die is morgen gegarandeerd over. Een wandeling ook met een zeker pelgrimsgehalte, want we deden nogal wat cultuur op en passeerden enkel hele mooie kerken in superieure omgeving. Die van Mesen bezochten we ook even.
Torens onderweg: Mesen Sint-Niklaaskerk - Mesen vredestoren - Waasten Sint-Petrus en -Pauluskerk - Neerwaasten Sint-Maartenskerk - Comines-Sud (Frankrijk) stadhuistoren en église Saint-Chrysole
Gisteren hebben we jacht gemaakt op trekkingkleren en een lichtgewicht tentje. Deze nacht installeren we onszelf in het tentje op onze slaapmatjes en in onze slaapzakken. Kwestie van alles eens uit te testen en nog een beetje meer in de sfeer te komen. Benieuwd hoe we er morgenochtend uitzien. Vaderkesdag notabene, dan heb ik voldoende reden om Mieke naar de bakker om broodjes te laten gaan en moet half Aalbeke niet op mijn ongestreken kampeerface kijken.

zondag 2 juni 2013

Warme Nederlanders

Ik ben eventjes van mijn melk. Een goeie week geleden ben ik opgenomen in een besloten Facebookgroep van NET-NEC-patiënten. Een Nederlandse groep, met Nederlandse mensen dus: rechtuit, extravert en warm. Ik ben er op uitgekomen toen ik op zoek was naar informatie omtrent mijn ziekte en heb op hun website ook de getuigenissen van Jeroen en Marlies gevonden (zie vorig bericht ‘Getuigenissen’).
Ik was er meteen heel erg welkom en kan nu voor het eerst in contact komen met mensen die met dezelfde ziekte kampen, hoewel het aantal varianten dusdanig groot is dat ik nog niemand vond die ‘echt hetzelfde’ heeft als ikzelf. Mark Schweitzer is een energiek man die ook een snelgroeiende NEC heeft, maar met een onbekende primaire tumor en uitzaaiingen in de lever. Hij kon in december vorig jaar een getuigenis brengen in een show van Paul de Leeuw en op die manier raakte Nederland bekend met de ziekte. Doordat NET een heel zeldzame ziekte is, is het commercieel niet interessant om onderzoek te doen naar geneesmiddelen en dus gebeurt het ook niet. Dat geldt evenzo voor duizenden andere zeldzame ziektes. Nu wil Mark Schweitzer dat probleem naar buiten brengen: een kruistocht voor meer aandacht voor zeldzame ziekten.
Hier komt ook Don Scheers in beeld. Hij heeft die handschoen opgenomen en is momenteel zelf op tocht om fondsen te werven voor onderzoek naar de ziekte. Letterlijk. Bovendien gaat zijn tocht naar Santiago de Compostella. Net voor zijn vertrek heeft hij mijn eigen verhaal opgepikt en nu, vandaag, heeft hij een steen geplaatst op de weg naar Santiago. Een steen die hij aan mij opdraagt. Je kan zijn tocht volgen op zijn Facebook-pagina, die ook als blog van zijn tocht is opgevat. De steen ligt er sinds vandaag. Het voelt vreemd aan maar o zo goed. Dankjewel Don, ik ken je niet, maar je bent nu al een heel speciaal iemand voor me!
Uit de Facebook-pagina van Don Scheers

Pomfiel

Volgens de Druivelaar, een alom bekend omslagwerk inzake heiligen, wordt op 1 juni naast de Heilige Justinus, de Heilige Koenraad van Trier, de Heilige Ronan en de Zalige Theobald, ook de Heilige Pamfiel vereerd. Laat die eerste juni nu net de dag zijn waarop we kennis maakten met de schoonheid op de foto hier onder en die we vanaf nu met ‘Pomfiel’ aanspreken. We ontmoetten Pomfiel dus op onze wandeling van gisteren in de streek tussen Zwevegem en de Schelde. Op kilometer negentien zien we een mooie weide/boomgaard met geiten en kippen. In een klein hoekje ervan staan een houten wagen in staat van verval, een houten schuilhokje dat er al niet veel beter aan toe is en een varken. Alles omgeven door een modderbrij waar zelfs onze professionele Compostella-stapschoenen geen verhaal tegen zouden hebben. We hebben de perceptie dat varkens houden van modder, maar dit moet zelfs Pomfiel van het goede teveel vinden, vermoed ik. Ons gemoed schiet vol en Mieke wil prompt een appel aan het meelijwekkende dier schenken. De appel wordt met veel graagte, geknor en gesmek naar binnen gewerkt.
Pomfiel houdt van appels
Het beeld van Pomfiel doet me denken aan een verhaaltje over een roeislaaf op een galeischip die altijd klaagde over zijn harde leven. De kapitein kreeg het zodanig op zijn heupen dat hij de arme man in een kooi zette die hij aan een touw overboord liet hangen tot net niet onder water. Na twee dagen was de slaaf blij zijn plaats weer achter de riemen te kunnen innemen.
Wij hebben medelijden met een varken dat zijn dagen in de modder moet slijten, maar de honderdduizenden anonieme varkens achter de muren van hun stallen zien we enkel als ze als kotelet, ham of saucijs bij de slager liggen. Zij krijgen de kans niet om op ons gemoed te werken, behalve dat ze stinken wanneer we aan hun verblijfplaats passeren. Zijn zij dan beter af? Pomfiel krijgt een appel van een voorbijganger, een appel en aandacht en zelfs medelijden. Pomfiel gaat niet verloren in de anonieme roze massa. Pomfiel heeft meer geluk dan miljoenen van zijn soortgenoten
Ik ben Pomfiel. Mensen vinden het erg wat me allemaal overkomt. Velen weten niet wat te zeggen en zeggen dus niets. Of ze vragen op een luchtige manier hoe het is en verwachten als antwoord niks anders dan ‘goed’, ‘dat gaat’ of iets in die zin. Maar ik krijg aandacht, al is het onwennig bij sommigen. Ik krijg geen appel, maar kaartjes, berichtjes en cadeautjes. Het doet deugd. Ik heb meer geluk dan miljoenen anderen met misschien nog grotere problemen en die in anonimiteit met hongersnood, natuurrampen of oorlogsgeweld te kampen hebben.

Onze wandeling in Zuid-West-Vlaanderen is een succes. De dag ervoor hadden we al een wandeling van 12 kilometer gemaakt. Dit was dus twee dagen na elkaar en vandaag hebben we geen van beide nog last van de afgelegde kilometers. Over exact een maand staan we vertrekkensklaar. Pomfiel unchained!